9789033131059

12 Pas had ze papa en mama ook zachtjes horen praten over onderduiken. Ze had achter de keukendeur staan luisteren. ‘Ik wil niet naar Polen,’ had mama gezegd. ‘Dat gebeurt ook niet, lieverd,’ zei papa. ‘Ze laten ons wel met rust.We hebben nooit iets verkeerd gedaan. En anders bakken ze in Polen ook wel brood voor ons.’ Maar die avond was papa opvallend stil geweest. Stel dat het nu wel waar was? En waar kwamen ze dan terecht in Polen? Ze weet eigenlijk niets van dat land. Ja, datWarschau de hoofdstad is. Dat had ze laatst met topografie geleerd. ‘Zal ik je een geheimpje vertellen?’ vraagt Greta. ‘Mijn vader heeft onze radio onder de houten vloer van de schuur verstopt. Soms gaat hij samen met mijn broer luisteren.’ ‘Hoe weet je dat?’ ‘Papa had het er met mama over. Die wil dat hij de radio in- levert. Ze is bang dat papa wordt opgepakt.’ Eigenlijk is Betty boos dat haar vader alles zo braaf aan de Duitsers heeft gegeven. De fiets, de auto, de radio en zelfs zijn winkel, maar die kun je dan ook moeilijk verstoppen. Ze kijkt naar de rivier. Bij de oever is het water rustig, maar verderop kolkt en schuimt het om de kop van de krib heen. Jaren geleden is de oudste zoon van de groenteboer daar ver- dronken. Meegezogen in een draaikolk. Toch is het ’s zomers altijd druk op het strandje. Als iets maar lang genoeg geleden is, wordt het vanzelf minder erg. Zou dat voor alles gelden? Zelf is ze van de zomer ook naar het strandje geweest, terwijl Joden eigenlijk niet eens mogen zwemmen. Het is haast niet meer bij te houden wat Joden wel en niet mogen. Gelukkig let in het dorp niemand daarop. Maar aan het eind van de mid- dag waren er twee soldaten langsgekomen. Ze lag toen juist met Greta in het water te dobberen. De soldaten hadden naar hen gelachen en iets geroepen in hun nare taal met die harde klanken. Ze wisten niet dat ze Joods was, want haar jurk met de gele ster zat veilig in haar tas, maar zij had het wel gevoeld.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==