verhaal Ina van der Beek

MEES EN TIJN OP ZOEK NAAR DE VERBORGEN SCHAT ‘Tijn, kijk!’ Mees zit bovenop een dikke balk op de zolder van het huis van opa en oma. Tijn kijkt omhoog, ‘pas op joh! Hoe kom je daar nu weer af?’ ‘Gewoon, weer via die stoel die op die oude tafel staat.’ Langzaam schuift hij op zijn buik over de dikke balk tot hij niet verder kan. Tijn kijkt omhoog. ‘Kom maar, ik houd de stoel wel vast.’ Maar Mees blijft stil liggen. ‘Wacht…’ mompelt hij. ‘Wat doe je?’ vraagt Tijn. ‘Hier, tussen die planken… er ligt iets, ik kan er bijna bij.’ ‘Wat dan?’ Tijn houdt zijn hoofd achterover, maar hij kan het niet goed zien, het is schemerig op zolder. ‘Hebbes!’ Mees laat iets naar beneden vallen, het lijkt een stuk papier. ‘En nu kom ik.’ Voorzichtig laat hij zich naar beneden zakken, zijn voeten bengelen boven de stoel, die op de tafel staat. ‘Ik heb de stoel vast, kom maar!’ zegt Tijn. Dan staat Mees met een sprong via de tafel naast Tijn. ‘Wat had je nou eigenlijk? Een stuk papier ofzo?’ ‘’k Weet niet, het lag tussen die balk en de planken van het dak.’ Mees heeft het dikke papier al opgeraapt en vouwt het open. Het kraakt een beetje en ziet er bruinig uit. ‘Oh Tijn, moet je kijken, het is een oude schatkaart volgens mij.’ Ze lopen naar het dakraam, daar komt wat meer licht naar binnen. Samen buigen ze zich over het dikke, stoffige papier in de hand van Mees. Er staan cijfers en letters op. En met zwarte lijnen is er iets op getekend. ‘Ik snap er niks van, jij?’ vraagt Mees. ‘Die hoofdletters zijn Romeinse cijfers,’ zegt Tijn, ‘dat heb ik pas op school geleerd!’ Hij gaat met zijn vingers langs de letters bovenaan de kaart. MDCX ‘De M betekent 1000,’ mompelt hij, ‘D is 500, de C 100 en de X is 10.’ Zachtjes telt hij alles bij elkaar. ‘Wat zit je nou te doen?’ vraagt Mees ongeduldig. ‘En wat zijn Romeinse cijfers?’ ‘Die gebruikten de mensen heel vroeger. Mees, weet je wat hier staat?’ roept Tijn opgewonden, ‘deze kaart is van 1610. Dat is meer dan vierhonderd jaar geleden!’ ‘Echt? Maar wat staat er nog meer op? Laat mij eens kijken!’ Mees rukt zo hard aan de kaart dat hij een beetje scheurt. ‘Oeps!’ Van schrik laten ze beiden tegelijk de kaart los. ‘Voorzichtig, het is erg oud papier, het scheurt heel snel.’ Tijn raapt hem heel voorzichtig weer op. ‘Kom, we gaan het aan opa en oma laten zien.’ ‘Nee!’ Mees pakt de arm van Tijn. ‘Kijk!’ Hij wijst naar de andere letters op de kaart. ‘Het is niet goed meer te lezen, maar volgens mij staat daar ‘Zonnehoeve’, zo heet het huis van opa en oma nog steeds!’ ‘Dus?’ Tijn kijkt naar Mees. ‘Dat is toch juist leuk voor opa.’ ‘Snap je het niet, Tijn? Die schat ligt hier ergens! En wij gaan hem zoeken, wij samen.’ ‘Yes! Wat een goed plan, Mees!’ Tijns ogen beginnen te glinsteren. ‘Alleen moeten we wel snappen wat die tekening betekent…’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==