Iza en de postkoets

Simone Foekens Iza DEN HERTOG - HOUTEN en de postkoets

Lezen is dromen met open ogen AVI E4 © 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3323 7 Illustraties: Michel de Boer www.lezenisdromen.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

9 De open dag Het wordt druk op manege In Galop, want vandaag is de open dag. Er komen veel mensen kijken en er zijn allemaal leuke dingen te doen. Iza en de andere Zandruiters helpen mee. Net als Job, de grote broer van Iza. Hij heeft een zwart koetsierspak met gouden knopen aan. Vandaag gaat hij ritjes maken met de deftige koets. Imka en Storm mogen de koets trekken. Iza kan zien dat de paarden er zin in hebben. Gelukkig maar, want ze zullen vandaag veel ritjes moeten maken. Het eerste ritje maakt Job naar verzorgingshuis Buitenrust, om oma en meneer Guus op te halen. Meneer Guus is de buurman van oma. Zij willen ook graag meehelpen. Mama vond dat een goed plan. ‘Jullie kunnen de gastheer en gastvrouw zijn en alles een beetje in de gaten houden,’ had ze gezegd. De tweeling Abel en Seth maakt hun kraampje bij de ingang van het erf klaar. Ze dragen een blauw shirt met daarop in gele letters ‘De Zandruiters’. Ze zullen de bezoekers de weg wijzen en een speurtocht uitdelen aan de kinderen. Overal op de manege hangen letters. De Z bij het kraampje van Abel en Seth. De R bij het ponyrijden. De A bij de binnenbak en de T in de kantine. Als de kinderen alle letters hebben gevonden, kunnen ze er een woord van puzzelen: ZANDRUITER. De kinderen die de goede oplossing

10 inleveren bij het kraampje krijgen een mooie sleutelhanger met een plaatje van een paard eraan. Iza, Noor en Emma zijn de andere Zandruiters. Zij dragen ook een blauw shirt met gele letters. Ze hebben de staarten van Muis en Jolly mooi uitgekamd. De manen van de pony’s zijn gevlochten met vrolijke kleurtjes. Muis zwaait blij met haar staart en ze bedelt bij Iza om een suikerklontje. ‘Snoepkont,’ lacht Iza. ‘Hier heb je een klontje. Nu zijn ze op, hoor.’

11 Emma voert Jolly een wortel. Noor zet haar handen in haar zij. ‘Zo! Muis en Jolly zien er feestelijk uit,’ zegt ze tevreden. ‘Hebben jullie wel zin om rondjes te lopen met alle kinderen die komen kijken?’ Jolly briest en Muis zwaait nog steeds vrolijk met haar staart. ‘Goed zo,’ lacht Noor. Ze leiden de pony’s naar buiten. Daar staat papa met zijn paard Jumper. Jumper kan heel goed springen. Papa zal springdemonstraties geven op het springveldje. Mama zal met Wies dressuur doen in de binnenbak. Ze kijken allemaal tegelijk opzij als ze de koets horen aankomen. De rode krullen van Job steken als vlammen af tegen de zwarte koets. Job maakt het deurtje open. Hij geeft eerst oma en dan meneer Guus een hand om hen te helpen met uitstappen. Meneer Guus steekt zijn stok onder zijn arm en hij wrijft in zijn handen. ‘Zo, we zijn er klaar voor!’ zegt hij. Met glimmende ogen kijkt hij rond. ‘Moeten we geen vlaggetjes ophangen? Dat staat zo vrolijk,’ zegt hij. Papa is intussen afgestegen. Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat hebben we expres niet gedaan,’ zegt hij. ‘Het is vandaag al druk genoeg voor de paarden. Vlaggetjes wapperen en maken soms rare geluiden in de wind. Sommige paarden vinden dat eng.’ Mama wijst op een tafel die in de schaduw van een grote eik staat. ‘Kijk, daar kunnen de mensen drinken en een koekje pakken. We hebben wat stoelen neergezet.’ Oma knikt. Ze legt haar hand op de arm van meneer Guus. ‘Dat lijkt me een goed plaatsje voor ons.’ ‘Kijk,’ wijst Noor. ‘Daar komen de eerste mensen al aan.’ ‘Kom, Muissie,’ zegt Iza. ‘We gaan naar onze plek.’ Emma volgt met Jolly. Noor loopt met hen mee.

12 Al snel loopt Iza het eerste rondje om de paardenwei met Muis. Het jongetje op de rug van Muis vindt het heel spannend, maar ook erg leuk. Zijn zus zit stoer op Jolly, maar Iza ziet dat ze zich heel stevig vasthoudt. Ze vindt het dus ook een beetje spannend. Noor zorgt ervoor dat iedereen netjes op zijn beurt wacht. Na een poosje wisselen ze en loopt Noor met Muis mee. ‘Weet je wat het puzzelwoord wordt?’ vraagt een meisje aan Iza. Ze zwaait met de speurtocht voor Iza’s ogen. Iza lacht. ‘Ja, maar ik verklap het niet.’ ‘Flauw,’ zegt het meisje. ‘Je bent zelf flauw,’ zegt een jongen. Ze krijgen bijna ruzie, maar gelukkig is het meisje aan de beurt om op Jolly te rijden. Ze steekt nog vlug haar tong uit naar de jongen. Maar die doet alsof hij het niet ziet. Pff, denkt Iza. Veel vaders en moeders vragen of de meisjes manege In Galop leuk vinden. Dan lachen ze. Ze vertellen dat Iza op de manege woont. Natúúrlijk vinden ze manege In Galop leuk. Na een poosje brengen de meisjes Muis en Jolly terug naar de stal, want de pony’s hebben wel even een pauze verdiend. ‘Kijk, mijn vader is aan het springen,’ zegt Iza. Ze zien hoe papa de ene na de andere hindernis neemt. Jumper springt eroverheen alsof het takjes op de grond zijn. Als papa afgroet alsof hij een echte wedstrijd heeft gereden, begint iedereen te klappen. Iza, Emma en Noor klappen hard mee. Papa lacht en knikt nog een keer voor hij Jumper keert en in stap het springveldje verlaat. ‘Dat is een prachtig paard,’ zegt iemand. ‘Hij heet Jumper,’ vertelt Iza.

13 ‘Wat een mooie naam.’ De meisjes lopen naar het kraampje van Abel en Seth. ‘Komen jullie ook iets drinken of kunnen jullie hier niet weg?’ vraagt Iza. ‘Jawel hoor,’ zegt Seth. ‘Veel mensen lopen langs ons heen of pakken zelf een speurtocht.’ ‘Ik schrijf wel even op een briefje dat we zo terug zijn,’ zegt Abel. ‘Slim,’ zegt Emma. Samen lopen de Zandruiters naar het tafeltje met drinken. ‘Lekker, groene limonade,’ zegt Iza. Met de bekertjes limonade in hun hand kijken ze rond. Overal lopen mensen. Sommige mensen kent Iza wel. Bijna iedereen kijkt vrolijk en de meeste kinderen hebben een speurtocht bij zich. Veel kinderen die op de manege op paardrijles zitten, hebben hun opa en oma meegenomen om hun alles te laten zien. Vooral welk paard hun lievelingspaard is. Wat is het gezellig! In de verte ziet Iza de koets aankomen. Job rijdt steeds maar een klein stukje, want er zijn veel mensen die een ritje in de koets willen maken. ‘Tina en Bob zijn laat,’ zegt ze. Tina zit bij de Zandruiters in de klas. Eerst was ze superbang voor paarden, maar nu niet meer. Ze durft zelfs al mee te helpen met het poetsen van de paarden. Bob is de broer van Tina. Hij is bijna net zo oud als Job en hij zit in een rolstoel. Bob is gek op paarden. Hij zal vandaag met de rolstoelkoets rijden, die hij zelf kan mennen. Tina en Bob zijn het toch niet vergeten? ‘De bus heeft vast vertraging,’ zegt Abel dan. ‘Omdat het zo druk is naar de manege,’ lacht Noor. ‘Ja, vast,’ lacht Iza mee. Ze ziet Job alweer wegrijden. ‘Zullen

14 wij Muis en Jolly weer halen?’ zegt ze. Seth drinkt vlug zijn limonade op. ‘Wij gaan weer naar onze kraam,’ zegt hij. Als Iza bijna haar eerste rondje met Muis heeft gelopen, komt Job aanrennen. Ze schrikt ervan. Waarom zit Job niet op de koets en waarom rent hij? Wat is er gebeurd? Ze laat Muis iets sneller stappen. Tegelijk met Job komt ze bij Emma aan. ‘Wat is er aan de hand?’ vragen Iza en Emma tegelijk. ‘De bus heeft pech,’ hijgt Job. ‘Hoe weet jij dat?’ ‘Bob belde me. Hij hoopte dat ik zo ver doorreed met de koets, maar daar is het veel te druk voor.’ ‘Bob kan niet eens in de koets,’ zegt Noor. ‘Nee, maar er zaten wel een paar oude mensen in de bus. Die moeten naar het vakantiepark, maar ze kunnen niet zo ver lopen. Trouwens, voor Bob en Tina is het ook te ver.’ ‘Komt er geen andere bus?’ vraagt Emma. ‘Volgens de chauffeur zou dat lang duren. De andere bus kan er niet langs en moet dus omrijden. Sommige mensen gingen lopen en andere mensen belden iemand om hen op te halen.’ ‘Maar die oude mensen zijn op vakantie. Ze kennen hier niemand en kunnen dus niemand opbellen,’ begrijpt Noor. ‘Bob en Tina kwamen met de bus omdat ze niet door hun ouders gebracht konden worden,’ zegt Emma. ‘Dus die kunnen hen nu niet ophalen.’ ‘Precies,’ zegt Job. ‘Papa en mama hebben het ook te druk.’ ‘Dan gaan wij het oplossen,’ zegt Iza. ‘Precies,’ zegt Job weer.

15 ‘Redden jullie het met Muis en Jolly?’ vraagt Iza aan Noor en Emma. ‘Ja, natuurlijk, gaan jullie maar snel,’ zegt Emma. ‘Als jij vast met de koets gaat en die oude mensen naar het park brengt, dan zal ik het tegen papa of mama zeggen en vragen wie er voor de rolstoelkoets mag,’ zegt Iza. ‘Ik denk Marko.’ ‘Dat denk ik ook.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==