11 klas, maar een telefoon heeft hem nooit geboeid. Zijn moeder wil dat hij altijd zijn telefoon bij zich heeft, vooral omdat hij nu twintig minuten moet fietsen naar school. Toch is het al een paar keer gebeurd dat hij er op school achter kwam dat hij zijn telefoon was vergeten. Hij hoort Tim iets fluisteren, maar kan het niet verstaan. ‘Wat zeg je?’ ‘Ik vraag me af waar...’ Op dat moment verschijnt meneer Vlieger in de deuropening. Vanuit zijn ooghoeken kijkt Bob naar de leraar. Die blijft verrast staan en kijkt de klas rond. ‘Goedemorgen.’ Niemand reageert. Meneer Vlieger gaat met een hand door zijn haar en loopt dan rustig naar zijn bureau. Even aarzelt hij, dan pakt hij een tijdschrift uit zijn tas, gaat zitten en begint te lezen. Hij speelt het spel rustig mee en lijkt zich niet druk te maken. Af en toe kijkt hij even op en leest dan weer verder. En nu? Bob stoot Tim aan en kijkt hem vragend aan. Tim haalt zijn schouders op. Overal in de klas wordt naar elkaar gekeken, maar niemand lijkt te weten hoe het verder moet. Ineens schiet Ryan met een brul overeind. ‘Hoera voor meneer Vlieger!’ Tegelijk klinkt er een klap, waarna er allemaal confetti door het lokaal dwarrelt. Iedereen heeft op dit moment gewacht. Er wordt gejuicht, ‘hoera’ geroepen en er klinkt heel veel herrie. Terwijl Bob constant met zijn liniaal op de brooddoos trommelt, ziet hij de meest wonderlijke muziekinstrumenten: er wordt met een pollepel op een pannetje geslagen, iemand
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==