In de greep van de bende

13 het gemeentehuis zijn allemaal toestellen neergezet om aan je conditie te werken.’ Dat klinkt beter dan gamen, maar toch schudt hij zijn hoofd. ‘Ik wil nog even naar mijn opa.’ ‘Waar woont die dan?’ ‘Hij zit in een verzorgingstehuis. Een half jaar geleden is mijn oma overleden en daarna is hij steeds meer in de war geraakt.’ ‘Heeft hij dementie?’ vraagt Tim. ‘Dat heeft mijn oma ook.’ Dementie? Heeft zijn opa dementie? Dat klinkt wel erg heftig. ‘Nee joh, hij is alleen soms een beetje in de war.’ ‘Zo begon het bij mijn oma ook,’ weet Tim. ‘Ik zie je morgen weer.’ Bob draait zich om. Natuurlijk heeft zijn opa geen dementie. Vaak is hij helder en kun je normaal met hem praten. Maar het komt ook voor dat hij tijdens een bezoek helemaal in de war is. Heeft Tim gelijk en...? Nee, daar wil hij niet aan denken. Hij pakt zijn fiets en kijkt op zijn horloge. Op dit moment doet zijn opa waarschijnlijk een middagdutje. Laat hij eerst maar een broodje kopen bij Albert Heijn en dat rustig opeten, daarna kan hij wel naar het verzorgingstehuis gaan. Wat zal hij nemen? Een kaasstengel? Of toch een kaiserbroodje? Dat is een stuk goedkoper. Laat hij dat maar doen. Als zijn moeder zou weten dat hij een broodje koopt, zou ze haar hoofd schudden. Hij hoort het haar zeggen: boterhammen zijn gezonder en goedkoper. Maar broodjes zijn lekkerder. Even later zit hij op een bankje in het park te genieten van zijn broodje. Soms is hij jaloers op zijn klasgenoten die tussen de middag een luxe broodje gezond in de kantine van school

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==