IK ZAL U NIET LATEN GAAN
DS. H. HOFMAN Nader onderwijs bij Pniël Ik zal U niet laten gaan DEN HERTOG - HOUTEN
© 2025 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3328 2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
9 Inhoud Ten geleide 11 1. Goddelijke leiding: overgave of zelfhandhaving 13 2. In eenzaamheid en donkerheid 20 3. Een toegewijde worstelaar 28 4. Verwikkeld in de strijd 35 5. Een zegen voor Jakob 44 6. In de overgave ligt de overwinning 51 7. Een nieuwe naam (1) 57 8. Een nieuwe naam (2) 64 9. Een Goddelijke opdracht 72 10. Voorbereidingen tot het dankoffer 78 11. Dankdag bij Bethel 84 12. De betekenis van Bethel 89 13. De God van Bethel 95 14. Nader onderwijs 101
11 Ten geleide De geschiedenis van Jakob is een bewogen geschiedenis met vele leidingen van de God van Jakob. Een geschiedenis ook met veel kenmerken van het geestelijk leven. Jakob is een van de aardsvaders met wie de Heere een bijzondere weg is gegaan: in het vervullen van Zijn raad en in de vervulling van Zijn beloften. En niet alleen met Jakob, maar met het hele volk Israël. Vele malen lezen we in de Schrift dat de Heere Zich openbaart als de God van Jakob. Het leven van Jakob en de leiding van de Heere met Jakob, is een voorbeeld van het leven van Gods kinderen. Hoe vaak hebben Gods kinderen hun leven niet getekend gezien in het leven van deze aardsvader! De leiding van de Heere met Jakob is er een voorbeeld van hoe de Heere Zijn kinderen leidt. Net zoals in het leven van Ruth (in Gods weg is volmaakt) zien we die Goddelijke leiding in het leven van Jakob. In Jakobs leven zien we alle zonden van Gods Kerk als het ware gebundeld. Van nature bedriegers. En na ontvangen genade nog zo eigenwijs, zo koppig, zo ongelovig, zo tegensprekend én zo vooruitlopend op Gods handelingen. Op alles vooruitlopen, je zou zeggen: is dat nu geloof? Wat
12 kunnen mensen bezig zijn om de Heere de les voor te schrijven, om de Heere precies te vertellen hoe het moet. En wat kan het dan tegenvallen... Maar weet u wat daartegenover staat? De trouw van de onveranderlijke Verbondsgod, Die Zijn raad volvoert. Hij is het Die Zijn werk voor een Jakobsvolk zal voleinden. Het boek dat voor u ligt, is tot stand gekomen naar aanleiding van een korte serie preken die ik in 2015 in mijn vorige gemeente Dordrecht heb gehouden. Mijn dank gaat uit naar de vakkundige bewerking en sympathieke begeleiding van Hans Versloot van uitgeverij Den Hertog. De Heere gebiede er Zijn onmisbare zegen over. Grand Rapids, Michigan, USA, voorjaar 2025 Ds. H. Hofman
13 – 1 – Goddelijke leiding: overgave of zelfhandhaving Doch Jakob bleef alleen over... Genesis 32:24 Jakob is op weg naar Kanaän. Twintig jaren zijn voorbijgegaan sinds hij sliep op de grens van dit land. Toen was hij op de vlucht, omdat hij niet alleen zijn vader, maar ook Ezau bedrogen had. Jakob was op de vlucht geslagen voor Ezau. Ezau voelde zich bedrogen. En nu komt Jakob terug naar het land der belofte. Van die belofte is al gesproken door de Heere aan Abraham, aan Izak en aan Jakob. En Jakob heeft er bij Bethel een gelofte over afgelegd. Dat is wat anders dan een belofte. Wat die gelofte is, lezen we in Genesis 28:20: ‘En Jakob beloofde een gelofte, zeggende: Wanneer God met mij geweest zal zijn en mij behoed zal hebben op dezen weg, dien ik reis, en mij gegeven zal hebben brood om te eten en klederen om aan te trekken.’
14 Met andere woorden: Heere, als ik hier mag terugkomen, dan zal ik U dienen. Nu heeft de Heere Zelf een belofte gedaan toen Hij Jakob de opdracht gaf om terug te keren. Dat lezen we in Genesis 32:9: ‘Voorts zeide Jakob: O God van mijn vader Abraham en God van mijn vader Izak; o Heere, Die tot mij gezegd hebt: Keer weder tot uw land, en tot uw maagschap, en Ik zal wel bij u doen.’ Zo is Jakob op weg gegaan, terug naar Kanaän. Naar een ontmoeting met God Hier zien we al een Goddelijke leiding. In de eerste plaats dát en hóé de Heere terugkomt op Zijn eigen Woord. Waar Hij Zijn Woord in het hart heeft laten indalen, daar is vrucht. Daar is ook het uitzien: ‘Heere, wilt U het nog eens bevestigen? Wilt U terugkomen op Uw Woord?’ Is het dan niet: eens gesproken, altijd gesproken? Eens bekeerd, altijd bekeerd? Zeker is dat zo. Maar Gods volk ziet ernaar uit dat de Heere terugkomt op Zijn eigen werk. En daar mág ook naar uitgezien worden; niet in ongeloof, maar in verwachting. Er zijn mensen in wie de Heere iets gedaan heeft. Zij drinken het Woord in. Ze zijn door Gods Geest bearbeid. Ondertussen zijn het ook mensen die het werk van de Heere altijd blijven ontkennen. Het is nooit genoeg. Ik vraag hun weleens: Hebt u de Heere ooit gedankt voor Zijn bemoeienissen? Dan kijken ze je met grote ogen aan. Nee...
15 Maar hoe erg is dat! Want dit kan leiden tot een langdurige duisternis. Altijd maar weer Gods werk wegduwen, omdat het niet precies was wat ik ervan verwacht had, of wat ik ervan weet... Het is precies hetzelfde als wat Jakob doet. Hij nam allerlei voorzorgsmaatregelen. Pas daarvoor op! Ik heb weleens mensen ontmoet die dit moesten bekopen met een levenslang lopen in veel geestelijke donkerheid. Dan trekt de Heilige Geest Zich terug. Het is niet anders dan het uitblussen van de Geest. En dat moeten we niet doen! Want dan komt God niet aan Zijn eer. Zeg dus niet in ongeloof, als de Heere terugkomt op Zijn eigen werk: ‘Het is nooit wat geweest.’ Maar leg dat werk terug bij God in het geloof. Precies zoals Jakob mocht doen op de hoogtepunten in zijn leven: Heere, U hebt het toch gezegd? Als de Heere terugkomt op Zijn Woord, mag er ook verwachting zijn! Ooit kwam ik op bezoek bij een kind van God ter gelegenheid van haar verjaardag. Spoedig kwam het tot een goed gesprek. Maar even spoedig bemerkte ik dat ze erg terneergeslagen was. Ze had de Heere gevraagd om een duidelijke bevestiging van haar staat – iets waar ze al lang om vroeg en veel over in twijfel en duisternis verkeerde. Maar deze ‘visit’, zoals ze het noemde, bleef uit. Daar was ze nu erg verdrietig over. Ik vroeg haar of er dan helemaal niets was dat de Heere haar had gegeven. Had Hij haar vergeten? Dat mocht ze niet ontkennen: er was
16 wel een bemoediging geweest rondom haar verjaardag. Hierop vroeg ik of ze de Heere daarvoor had gedankt. Dat bleek niet het geval te zijn. Toen heb ik maar pastoraal geprobeerd duidelijk te maken dat haar ondankbaarheid hierin weleens de reden kon zijn dat ze niet méér had ontvangen. Zo komt de reden van twijfel en duisternis meer bij ons te liggen dan dat de Heere het niet goed doet... Tegengehouden De Heere beveelt Jakob terug te keren naar Kanaän. Maar dan wordt hij bij de grens tegengehouden. Nee, niet alleen door Ezau; hij wordt vooral tegengehouden door God Zelf. Jakob is bij de grens van Kanaän gekomen, en nu moet hij strijden om binnen te komen. En wát voor een strijd! Straks zal hij er een nieuwe naam aan overhouden. En een ontwrichte heup... Bent u iemand die aan geestelijke strijd een ontwrichte heup hebt overgehouden? U moet dat natuurlijk geestelijk verstaan. De Heere Jezus dwong Zijn discipelen in het schip te gaan... en vervolgens zijn de winden tegen. De Heere geeft Abraham een zoon... en vervolgens moet hij die zoon op het altaar leggen. De Heere geeft Elía een beek... en vervolgens laat God die beek uitdrogen. De Heere leidt Zijn volk met een grote hand uit Egypte... en vervolgens lezen we dat Hij het volk omleidt langs de weg van de woestijn der Schelfzee. Zo leidt God. Hij trekt Paulus op in de derde hemel... en vervolgens geeft Hij hem een doorn in het vlees.
17 Misschien kunt u zich de vraag van Jakob voorstellen: ‘Ben ik in de weg?’ Het is een grote angst die zich van hem meester maakt: Ezau...! Belofte onder druk Wat een monsteraanvechting moet dat geweest zijn voor Jakob. Wat een verzoeking – alle openbaringen en bemoedigingen ten spijt. Lees vers 7 maar: ‘Toen vreesde Jakob zeer en hem was bange; en hij verdeelde het volk dat met hem was, en de schapen en de runderen en de kemels, in twee heiren.’ Als Jakob bij zichzelf te rade was gegaan, had hij tegen zichzelf gezegd: ‘Man, ga terug! Dat loopt op niets uit. Het is allemaal inbeelding geweest. Het is allemaal van jezelf geweest. Wat doe je hier?’ Wat kan dat angstig zijn: als God je tegenhoudt! Als de Heere Zijn belofte zo onder druk zet, dat je moet zeggen: Dit is Gods leiding. Dat is dus de leiding van de Heere met Jakob: een belofte onder druk. Want wat als Ezau zich het verleden herinnert? Dan zijn je dagen geteld. Met alle openbaringen, de dromen en de ladder, met alles wat er gebeurd is – Jakob, nu ben je ten dode opgeschreven. Het is gebeurd met je plannen, met je voorzorgsmaatregelen, met je geloften. Nu is het gebeurd met Gods beloften. Wat een monsteraanvechting! Een strijd voor de strijd De Heere houdt Jakob tegen. Maar Jakob is toch een kind
18 van God? Zeker, dat hoeven we niet te ontkennen. Tegelijkertijd ontbrandt daar al een geweldige strijd vóór de strijd. Het is de strijd tussen het leiden van de Heere en Jakobs rekenen. Dat is geen onbekende strijd voor het volk van God: de Heere helpen of geholpen worden? Naar het Avondmaal komen of er gebracht worden? Geloven of redeneren? Waar eindigt het vlees en waar begint de Geest? Daar heb ik geen pasklaar antwoord op. Weet u het altijd? Is het precies aan te geven waar het vlees eindigt en waar de Geest begint? Er staat een Man op hem te wachten in de donkerheid, in Jakobs eenzaamheid, en Die bindt de strijd aan met hem. Nu zal het erop aankomen... Erop of eronder! Buigen of breken! Zelfhandhaving of onvoorwaardelijke overgave! Wat kan het dan stormen. Maar God bepaalt de omstandigheden en die zet Hij in gang voor de zegen. Het is donker geworden. ‘Doch Jakob bleef alleen over; en een Man worstelde met hem...’ ‘Jakob bleef alleen over, maar het is toch een gelukkige eenzaamheid. Hoe meer alleen, des te meer is er plaats voor Christus. Hij bleef alleen over, toen Hij van God en mensen verlaten werd. Niemand was bij Hem toen Hij de doodsrivier moest doorgaan. Ook de Vader liet Hem los. Opdat een schuldige Jakob
19 zich nog aan de Heere zal mogen vastklemmen. Dan wordt God groot gemaakt bij elk einde.’ – Ds. F. Bakker, in: Het eeuwige Woord, blz. 17 Gespreksvragen 1. Noem drie bijbelse voorbeelden waaruit blijkt dat God terugkomt op Zijn eigen werk. 2. Wat staat er in hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels over het bedroeven van de Heilige Geest? 3. ‘Een belofte onder druk’ geeft strijd. Waarom is dat zo? En geeft dat herkenning?
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==