14 Met andere woorden: Heere, als ik hier mag terugkomen, dan zal ik U dienen. Nu heeft de Heere Zelf een belofte gedaan toen Hij Jakob de opdracht gaf om terug te keren. Dat lezen we in Genesis 32:9: ‘Voorts zeide Jakob: O God van mijn vader Abraham en God van mijn vader Izak; o Heere, Die tot mij gezegd hebt: Keer weder tot uw land, en tot uw maagschap, en Ik zal wel bij u doen.’ Zo is Jakob op weg gegaan, terug naar Kanaän. Naar een ontmoeting met God Hier zien we al een Goddelijke leiding. In de eerste plaats dát en hóé de Heere terugkomt op Zijn eigen Woord. Waar Hij Zijn Woord in het hart heeft laten indalen, daar is vrucht. Daar is ook het uitzien: ‘Heere, wilt U het nog eens bevestigen? Wilt U terugkomen op Uw Woord?’ Is het dan niet: eens gesproken, altijd gesproken? Eens bekeerd, altijd bekeerd? Zeker is dat zo. Maar Gods volk ziet ernaar uit dat de Heere terugkomt op Zijn eigen werk. En daar mág ook naar uitgezien worden; niet in ongeloof, maar in verwachting. Er zijn mensen in wie de Heere iets gedaan heeft. Zij drinken het Woord in. Ze zijn door Gods Geest bearbeid. Ondertussen zijn het ook mensen die het werk van de Heere altijd blijven ontkennen. Het is nooit genoeg. Ik vraag hun weleens: Hebt u de Heere ooit gedankt voor Zijn bemoeienissen? Dan kijken ze je met grote ogen aan. Nee...
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==