Op en onder de kansel

OP EN ONDER DE KANSEL

DEN HERTOG – HOUTEN Op en onder de kansel Gedachten van een pastor Ds. A.T. Huijser

© 2025 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3330 5 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 Inhoud Woord vooraf 7 1. De kansel en de binnenkamer 9 2. De predikant en het gebed 13 3. De wekker der leraren 17 4. De consistorie 21 5. Vol bidden 24 6. De preekstoel een vergeetstoel 27 7. Kanselgebeden 31 8. Van papier, uit het hoofd of uit het hart? 35 9. Charisma 38 10. De kerk leeg preken 41 11. De tiendaagse veldtocht 44 12. Preken in het spanningsveld 48 13. Melk en vaste spijze 52 14. Rondom ’s Konings tafel (1) 57 15. Rondom ’s Konings tafel (2) 61 16. Ruimer 65 17. Ambtelijk of persoonlijk? 68 18. Koning of ambassadeur? 71 19. De stem van het hart 77 20. Het is niet altijd wat het lijkt 80 21. Onder de kansel 84 22. Achter de baar van een ander 87

6 23. In het sterfhuis (1) 90 24. In het sterfhuis (2) 95 25. Taaie tradities 100 26. De zonde moe 104 27. Liegen in de kerk 107 28. Gemaakt of gekregen? 110 29. Zelfs dominees... 113 30. De eerste liefde 116 31. Breng bijeen...!? (1) 120 32. Breng bijeen...!? (2) 124

7 Woord vooraf Voor u ligt een boekje dat voor een deel is samengesteld uit columns die ondergetekende in de achterliggende jaren heeft geschreven voor De Gezinsgids. De andere hoofdstukken zijn geschreven met het oog op deze uitgave. De hoofdstukjes zijn spontaan en recht uit het hart geschreven. Het gaat om persoonlijke waarnemingen en interpretaties van allerlei kerkelijke zaken die vooral in verband staan met het predikantsleven. De nadruk ligt op het persoonlijke. Dat betekent dat er over tal van zaken anders kan worden gedacht dan ondergetekende heeft verwoord. Dit is volkomen begrijpelijk en ook geen enkel bezwaar. Het is geenszins de bedoeling om betweterig over te komen of de gedachte te wekken de wijsheid in pacht te hebben. Ik geef mijn mening graag prijs voor een betere! Hopelijk mag een en ander tot persoonlijke overdenking leiden, en zo tot zegen zijn. En voorzover het u een blik laat slaan in de ambtelijke praktijk alsook in de ambtelijke worstelingen die er kunnen zijn, wees ervan overtuigd dat het gebed voor hen die dienen de grootste dienst is die u hen bewijzen kunt. Rijssen, maart 2025 Ds. A.T. Huijser

9 – 1 – De kansel en de binnenkamer De Engelse predikant Horatius Bonar (1808-1889) schreef ooit het boekje Passie voor verloren zielen. Het telt slechts 62 bladzijden, maar dit geschrift heeft meer dan genoeg zeggingskracht om je als predikant het schaamrood naar de kaken te jagen. Bij het lezen van dit boekje trof mij één regel in het bijzonder. Bonar schrijft: ‘We mogen vrezen dat wij zwak zijn op de kansel omdat wij zwak zijn in de binnenkamer.’ Er wordt dus een verband gelegd tussen het openbare optreden van de dienaar des Woords en zijn verborgen leven in de binnenkamer. Die twee hebben blijkbaar alles met elkaar te maken. De prijs betaald De prijs voor het verwaarlozen van het verborgen leven voor Gods aangezicht in de beslotenheid van de binnenkamer wordt op de kansel betaald. Dat betekent dat niet alleen de ziel van de prediker daar schade van lijdt, maar ook allen die aan zijn ambtelijke zorg zijn toevertrouwd. Iedere prediker onderzoeke hierin zichzelf.

10 We zijn druk, heel druk met heel veel dingen. Een breed scala aan verantwoordelijkheden rust op onze schouders, en als we zien op alle ontwikkelingen op het kerkelijk erf, komen er eerder zorgen en taken bij dan dat ze eraf gaan. Daarbij dragen we zoveel van het calvinistische arbeidsethos in onze genen mee, dat we ons er goed bij voelen als we veel doen, veel betekenen en onze tijd vooral niet in ledigheid doorbrengen. Nu is dat op zich een loffelijk streven. Alleen is de vraag: heeft dat niet al te vaak tot gevolg dat de uren van afzondering in de binnenkamer onder druk komen te staan? Zijn we vaak niet te druk onder de mensen om stil te zijn voor God? Zijn we vaak niet zo in de weer met de zielen van anderen, dat we onze eigen ziel verwaarlozen? Een rondwarend spook De hervormde dr. A. van Brummelen (1928-1999) waarschuwt in één van zijn geschriften voor de predikant als een factotum, dat wil zeggen: een manusje van alles, die verwordt tot een vliegend en hollend schepsel dat uitgeholde preken, zonder kraak of smaak te berde brengt. Om reden dat er door een overvol programma onvoldoende gelegenheid tot geestelijke diepgang en een verstilde omgang met God overblijft. Zijn raad aan predikanten luidt dan ook: ‘Het overbodige en overdadige zullen wij meer en meer moeten afsnijden, teneinde het essentiële over te houden.’ Hij vervolgt: ‘De

11 vaart van het leven, de kerkelijke rosmolen van vergaderen, het rondwarende spook van de veelbezigheid zijn stuk voor stuk gevaren die het essentiële van het ambt overwoekeren, en draagt ertoe bij dat pastores het gevaar lopen te verdorren en te verdrogen.’ Duivelse list Zou er soms een duivelse list verscholen zitten achter de overvolle agenda’s van veel predikanten? Zou het, zonder dat wij hem doorhebben, ook een van zijn duistere plannen kunnen zijn om een prediker onschadelijk te maken door hem met allerhande geoorloofde dingen weg te houden uit de binnenkamer? Satan weet heel goed dat de verborgen kracht van de ambtelijke bediening in de binnenkamer ligt. McCheyne schrijft in een van zijn brieven aan een medebroeder in de bediening: ‘Neem acht op uzelf. Uw grootste zorg is uw eigen ziel. U weet dat alleen een gezond lichaam in staat is om zwaar werk te doen. Dat geldt nog meer voor een gezonde ziel!’ Een tijdgenoot van McCheyne klaagt: ‘Waarom hebben we zo veel vergaderingen en zo weinig ontmoetingen met God? Het gebrek aan eenzame uren met God schaadt niet alleen onze geestelijke groei, maar maakt ons ook tot onnutte leden van de kerk van Christus. Dat is er de oorzaak van dat ons leven zo nutteloos is.’ Failliet U begrijpt dat je als predikant failliet gaat wanneer je

12 het boekje van Bonar leest en overdenkt. Dan kunnen we rondrennen over het kerkelijk erf, maar het is pure armoe! De mensen zien ons te veel en God ziet ons te weinig. U begrijpt wel hoe ik dit bedoel. Het zou onder aan de streep zomaar waar kunnen zijn: het verval van de kerk begint in de binnenkamers van de predikanten. En dan schiet er onder die onverbiddelijke zwarte streep niets anders over dan een ootmoedig smeken: Behoud ons, Heer’ der legermachten; Zo zullen w’ ons voor afval wachten; Zo knielen w’ altoos voor U neer. Getrouwe Herder, breng ons weêr; Verlos ons, toon ons ’t lieflijk licht Van Uw vertroostend aangezicht.

13 – 2 – De predikant en het gebed Enige tijd geleden kreeg ik een boekje onder ogen van een voor mij onbekende schrijver, E.M. Bounds. Deze Amerikaanse predikant leefde van 1835 tot 1913. Van de elf boeken die hij schreef, gaan er negen over het gebed. Het boekje waar ik op doel, draagt als titel: De predikant en het gebed. De inhoud ervan heeft mij diep geraakt. Ik raad al mijn medebroeders in de bediening aan er kennis van te nemen. Dit boek kun je niet lezen zonder er een diep gevoel van tekortkoming en schuld aan over te houden. Anderzijds zou het een aansporing kunnen zijn om ons te richten op dat wat in onze ambtelijke bediening het meest wezenlijk en noodzakelijk is: een biddend leven. Dorre bediening Dominee Bounds schrijft: ‘Op vele manieren kunnen wij de geestelijke armoede van onze prediking proberen te verontschuldigen, maar de ware oorzaak zal toch altijd gevonden worden in het ontbreken van een dringend smeken om Gods tegenwoordigheid, in de kracht van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==