10 We zijn druk, heel druk met heel veel dingen. Een breed scala aan verantwoordelijkheden rust op onze schouders, en als we zien op alle ontwikkelingen op het kerkelijk erf, komen er eerder zorgen en taken bij dan dat ze eraf gaan. Daarbij dragen we zoveel van het calvinistische arbeidsethos in onze genen mee, dat we ons er goed bij voelen als we veel doen, veel betekenen en onze tijd vooral niet in ledigheid doorbrengen. Nu is dat op zich een loffelijk streven. Alleen is de vraag: heeft dat niet al te vaak tot gevolg dat de uren van afzondering in de binnenkamer onder druk komen te staan? Zijn we vaak niet te druk onder de mensen om stil te zijn voor God? Zijn we vaak niet zo in de weer met de zielen van anderen, dat we onze eigen ziel verwaarlozen? Een rondwarend spook De hervormde dr. A. van Brummelen (1928-1999) waarschuwt in één van zijn geschriften voor de predikant als een factotum, dat wil zeggen: een manusje van alles, die verwordt tot een vliegend en hollend schepsel dat uitgeholde preken, zonder kraak of smaak te berde brengt. Om reden dat er door een overvol programma onvoldoende gelegenheid tot geestelijke diepgang en een verstilde omgang met God overblijft. Zijn raad aan predikanten luidt dan ook: ‘Het overbodige en overdadige zullen wij meer en meer moeten afsnijden, teneinde het essentiële over te houden.’ Hij vervolgt: ‘De
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==