Haar grote wens

11 ‘Bind hem dan vast,’ zei Ai-Ming zwakjes. ‘Ik kan niet voor hem zorgen.’ ‘Waardeloos nest,’ mompelde Ping, terwijl ze de kamer uitliep. Even later kwam ze terug met een lang stuk touw. Het ene stuk bond ze om de buik van Wei, waarvoor ze heel veel moeite moest doen. Daarna bond ze het andere einde strak om een poot van het ledikant. Al schreeuwde de jongen nog zo boos, Ping liep snel de deur uit. Wei liep zover hij maar kon, totdat hij op de grond viel. Het kind begon uit alle macht te brullen. ‘Kom nou hier!’ riep Ai-Ming. ‘Kom bij Zusje.’ Maar haar stem was te zwak om het gebrul dat het joch maakte, te overstemmen. Ai-Ming veegde met haar kleine vermoeide handjes over haar voorhoofd en bedekte toen haar oren. Wei bleef maar krijsen van woede. Heel even, toen het stil was omdat de jongen op adem moest komen om daarna weer verder te kunnen gillen, hoorde Ai-Ming dat de oude buurman naast hen aan het schelden was op de kleine jongen. Zeker nog vijf minuten lang bleef het gekrijs onverminderd doorgaan. Toen Ai-Ming even rechtop ging zitten om uit bed te komen, viel ze bijna flauw. Daarop ging ze maar doodmoe liggen en hield haar handen tegen haar oren. De aangestampte aarden vloer van het huis gaf geen geluid door zoals een houten vloer. Toch hoorde Ai-Ming duidelijk voetstappen aankomen. Even was ze heel bang, maar tot haar grote verrassing en opluchting kwam haar vader de kamer binnen. ‘O, o, ga niet zo tekeer,’ zei de sterke man, terwijl hij zijn zoon optilde. ‘Tut, tut!’ mopperde en troostte hij tegelijk het kind dat

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==