Haar grote wens

9 – 1 – Ai-Ming lag op haar smalle bed met haar donkere ogen wijdopen, haar ronde gezicht gericht naar het plafond. De helderrode plekken op haar wangen lichtten op in haar donkere huid, en haar bezwete lichaam was enkel gehuld in een lange nachtjapon. Een gerimpeld oud vrouwtje kwam de slaapkamer van het primitieve, maar goed gebouwde huisje binnen. Zij kwam uit de enige andere kamer van het huis, die dienst deed als zowel keuken als woonvertrek. Zij liep naar Ai-Ming toe alsof ze hier de dienst uitmaakte. ‘Je bent al twee dagen ziek,’ zei ze. ‘Je eigen moeder is dokter en je bent nog steeds ziek.’ Ai-Ming was nog maar vijf jaar, maar ze wist wel dat Ping een hekel had aan haar en aan haar ziekte. Dat was niets nieuws, want de huishoudster mopperde gewoonlijk overal op. Maar deze ochtend kon Ai-Ming aan de frons op haar gezicht zien dat de oude vrouw nog bozer was dan gewoonlijk. ‘Elke dag,’ zuchtte Ping, ‘gaat je moeder naar het ziekenhuis en behandelt ze een eindeloze rij mensen. Dan komt ze uitgeput thuis, om de volgende dag er weer naartoe te gaan. Haar hele leven al. En nu is haar middelste kind ziek en heb ik nog meer

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==