Rust voor uw ziel

RUST VOOR UW ZIEL

JOHN NEWTON DEN HERTOG – HOUTEN RUST VOOR UW ZIEL Dertien preken

Oorspronkelijke uitgave: ‘Sermons preached in the Parish-Church of Olney, Buckinghamshire’, in: The Works of the Rev. John Newton, Edinburgh, Thomas Nelson and Peter Brown, 1827. Uit het Engels vertaald door N.A. Eikelenboom. © 2025 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3333 6 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoud Ten geleide 7 John Newton (1725-1807). De kapitein van een slavenschip die dienaar van het Evangelie werd 11 1. Weinig weerklank 52 Mattheüs 11:25 2. Voor velen verborgen 65 Mattheüs 11:25 3. Wijzen en verstandigen 79 Mattheüs 11:25 4. Kinderkens 91 Mattheüs 11:25 5. Soevereine genade 106 Mattheüs 11:26 6. De Persoon van Christus 118 Mattheüs 11:27

6 7. Het gezag van Christus 132 Mattheüs 11:27 8. Gods genade en heerlijkheid in Christus 146 Mattheüs 11:27 9. De nodiging door Christus 159 Mattheüs 11:28 10. Het komen tot Christus 171 Mattheüs 11:28 11. Het rusten in Christus 184 Mattheüs 11:28 12. Het juk dragen van Christus 197 Mattheüs 11:29 13. Het dienen onder Christus 210 Mattheüs 11:30

7 Ten geleide John Newton heeft de overdenkingen over Mattheüs 11:25-30 gehouden in de kerk van Olney in Buckinghamshire, waar hij van 1764 tot 1779 anglicaans predikant was. Van de preken die Newton in zijn ambtelijke bediening van meer dan veertig jaar heeft gehouden, zijn niet vele in druk verschenen: twintig toen hij werkzaam was in Olney, waarvan dertien over Mattheüs 11 vers 25 tot 30, vijftig in de tijd toen hij predikant was in Londen, over Bijbelteksten die ten grondslag lagen aan Händels oratorium The Messiah, en zeven preken naar aanleiding van bijzondere gebeurtenissen. Verder staan er in zijn verzameld werk nog zes verhandelingen naar aanleiding van enkele Bijbelteksten, maar deze waren niet voor de kansel bedoeld. Newton heeft de preken die hij voor publicatie bestemde telkens zelf geredigeerd. Hij was van mening dat ze, zoals hij ze op de kansel had gehouden, te lang waren voor een gedrukte vorm. Daarom achtte hij het nodig ze in een strakkere vorm te gieten. Hij hoopte dat ze voor zijn gemeenteleden een aanleiding zouden vormen het gehoorde nog eens te overdenken. In deze uitgave komen twee oudere, reeds lang uitverkochte uitgaven, samen. In de eerste acht preken, uit Wijsheid voor eenvoudigen (2012), komen de verzen 25 tot 27 uit Mattheüs 11 aan de orde. Ze gaan over de blijdschap van Christus, dat de dingen van Gods Koninkrijk aan de kinderkens, de eenvoudigen,

8 worden geopenbaard. De vijf overdenkingen over de verzen 28 tot 30 van hetzelfde hoofdstuk, met daarin de nodiging van Christus: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’, verschenen eerder in Rust voor uw ziel (2003). Alle preken werden vertaald door de heer N.A. Eikelenboom. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn hier en daar tussenkopjes en witregels toegevoegd. Voor deze uitgave is de laatstgenoemde titel aangehouden: Rust voor uw ziel. Aan de dertien preken gaat een uitgebreide beschrijving over het leven van Newton vooraf, geschreven door dr. P. de Vries. Houten, februari 2025 de uitgever

JOHN NEWTON

11 John Newton De kapitein van een slavenschip die dienaar van het Evangelie werd Wie John Newton zegt, zegt Amazing grace. Dit gezang van Newton heeft in heel de Engelssprekende wereld een plaats gekregen. Het is niet alleen binnen de kerken, maar ook daarbuiten bekend. Dit gezang was tijdens zijn leven bepaald niet het bekendste gezang van Newton. Dat werd het door de melodie waarop het in de negentiende eeuw gezongen werd op de katoenplantages in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika. Het gezang Amazing grace is eigenlijk een kleine autobiografie. Newton wist zich als een Saulus van Tarsen, die van een notoire vijand een vriend van het Evangelie werd. Onder zijn tijdgenoten herkende hij zich in kolonel James Gardiner (1688-1745). Deze hoge officier kwam na een losbandig leven tot bekering. Na zijn dood werd zijn leven beschreven door Philip Doddridge. Toen Newton in 1752 op zee dit boek voor het eerst las, was hij vaak tot tranen toe bewogen. Newton zelf heeft ons ingelicht over de eerste helft van zijn leven tot in de tijd dat hij werkzaam was bij de havendouane van Liverpool. In een achttal brieven schreef Newton aan John Fawcett (1740-1817), predikant van een baptistengemeente,

12 hoe de Heere hem getrokken had uit de duisternis tot Zijn wonderbare licht. Fawcett liet deze brieven lezen aan Thomas Haweis (1734-1820), destijds hulpprediker in de Kerk van Engeland. Haweis vroeg hem zijn levensverhaal nog wat uitvoeriger op schrift te stellen. De acht brieven groeiden uit tot veertien brieven waarin Newton zijn levensgeschiedenis vertelde in het licht van Gods genade. In augustus 1764 verschenen zij in druk onder de titel An Authentic Narrative (Een authenthiek verslag). An Authentic Narrative is een klassieker onder de christelijke autobiografieën. Levensbeschrijvingen over Newton zijn niet in de laatste plaats op dit geschrift gebaseerd. Zelf geeft Newton aan dat hij vóór zijn bekering een losbandig leven leidde en een totale vrijdenker was geworden, die zichzelf wijsmaakte dat het met de dood was afgelopen. Hij vertelt ook dat zijn vurige liefde voor Mary Catlett (1729-1790) hem voor de meest grove uitspattingen heeft bewaard. Hij beschrijft zijn zeereizen waaronder het feit dat hij bijna schipbreuk leed. Beschrijvingen van zeereizen waren in de achttiende eeuw heel populair. Bovenal verhaalt hij hoe God hem op een zo wondervolle wijze uit de diepten haalde en hem op de weg des heils verder wilde leiden. Zo werd An Authentic Narrative een combinatie van de beschrijving van een zeereis, een liefdesgeschiedenis maar vooral het verslag dat God zich over een zondaar ontfermt. De vorm waarin Newton dat laatste heeft verwoord, verklaart mede de brede ingang van zijn bekeringsgetuigenis. Jeugd: 1725-1742 John Newton werd op 24 juli 1725 geboren in Wapping, een

13 voorstadje van Londen, gelegen aan de Theems. Twee dagen later werd hij gedoopt in de Old Gravel Lane Independent Meeting. Predikant van deze gemeente was David Jennings (1691-1762), een vriend van Isaac Watts. Elizabeth Newton (1705-1732), de moeder van John, behoorde bij deze gemeente. Over de kerkelijke richting van zijn vader (gestorven in 1750) heeft Newton zich niet expliciet uitgelaten. Alles wijst er op dat deze anglicaan was. Van beroep was hij zeekapitein. Johns moeder had een zwakke gezondheid. Zij mocht echter de Heere vrezen. Elizabeth Newton leerde haar zoon lezen en schrijven. Naar zijn eigen getuigenis las hij op zijn vierde jaar vlot Engels. Vanaf zijn zesde jaar bracht zij hem de eerste beginselen van het Latijn bij. Ook de godsdienstige opvoeding van haar zoon ging haar ter harte. Zij leerde haar zoon Schriftgedeelten, de Korte Catechismus, opgesteld op de Synode van Westminster en een aantal catechismi, opgesteld door Isaac Watts. Daarnaast moest John meerdere van diens gezangen leren. Haar diepste wens was dat haar zoon predikant zou worden. John was nog geen zeven jaar toen zijn moeder overleed op 11 juli 1732. Dat was ten huize van verre verwanten van haar, namelijk de familie Catlett in Chatham. John had geen broers of zussen. Niet lang na het sterven van zijn moeder hertrouwde zijn vader. Uit dit huwelijk werd een drietal kinderen geboren. John’s verhouding met zijn pleegmoeder was afstandelijk. Zowel zijn vader als zijn pleegmoeder waren geestelijk weinig geïnteresseerd. Zijn pleegmoeder ging vrijwel nooit naar de kerk. Overigens betuigt Newton dat zij later in haar leven tot waarachtige bekering is gekomen. Vanaf tienjarige leeftijd ging John met zijn vader naar zee.

52 – 1 – Weinig weerklank In dienzelven tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. Mattheüs 11:25 Onze gezegende Heere heeft tevoren ten volle geweten wie de personen zouden zijn die profijt van Zijn bediening zouden hebben. Zijn opmerkingen echter, Zijn optreden en Zijn gesprekken waren bedoeld als voorbeeld en ook als onderwijs voor Zijn volgelingen. Over Hem wordt gezegd dat Hij Zich verwonderde over het ongeloof van sommigen en over het geloof van anderen. Niet dat zowel het een als het ander Hem onbekend was. Hij kende alle harten en Hij wist altijd wat Hij Zelf kon doen. Het wordt echter gezegd van Hem als Mens, en het is om te laten zien hoe Zijn dienaren en Zijn volk gezind moeten zijn in soortgelijke situaties. In de voorafgaande verzen had Christus over Kapernaüm en andere plaatsen gesproken, waar Hij Zijn krachtige werken tevergeefs had verricht. Hij had hun het oordeel aangezegd en hun voorspeld dat hun straf zwaarder zou zijn in verhouding

53 tot de grootheid van de voorrechten die ze verkeerd hadden gebruikt. Dit was echter geen werk waarin Hij Zich verheugde. Barmhartigheid en genade waren Zijn vreugde, en gewoonlijk uitte Hij verdriet en pijn vanwege de halsstarrigheid van zondaars. Hij heeft om Zijn verklaarde vijanden geweend, en gebeden voor de moordenaars die Hem aan het kruis nagelden. Het was niet zonder droefheid dat Hij de naderende ondergang van deze steden bekendmaakte. En toch, toen Hij Zijn gedachten van de aarde naar de hemel ophief, heeft Hij de wil van Zijn hemelse Vader aanvaard en de hoogste voldoening tot uitdrukking gebracht over hetgeen waartoe Hij was bestemd. Hij wist dat hoewel sommigen zich zouden verharden, er een overblijfsel was dat de waarheid zou aannemen, en dat de rijkdom en de heerlijkheid van Gods soevereiniteit en genade verheerlijkt zouden worden. Voordat ik op de bijzonderheden inga, zal de samenhang van de woorden ons het uitgangspunt bieden voor een paar opmerkingen. Dat het verkondigde Evangelie zo weinig instemming vindt bij de menigten die het horen en er zo weinig kracht op uitoefent, is een reden tot verwondering en verdriet bij de dienaren des Woords en bij het volk van God. Zo was het bij onze Heere Jezus als we Hem als Prediker en Boodschapper beschouwen; en zij, voor zover ze Zijn Geest hebben ontvangen, oordelen en handelen net als Hij. Zij die waarlijk gesmaakt hebben dat de Heere genadig is, hebben in hun eerste gloed zo’n krachtige ervaring van de

54 noodzaak en de waardij van het Evangelie ontvangen, dat ze het nauwelijks mogelijk achten dat zondaars zich tegen het bewijs ervan zullen verzetten. Dat is pas als een pijnlijke ervaring hen van het tegendeel overtuigt. Ze zijn algauw geneigd om te zeggen: Het komt vast en zeker door hun onwetendheid. Ze zijn niet in de gelegenheid geweest om over het kwaad van de zonde na te denken, over de vloek van de wet en over de oneindige goedheid van God, zoals die in Zijn Zoon is geopenbaard. Als die dingen echter helder en getrouw aan hen voorgesteld zullen worden, zullen ze zich zeker onderwerpen en dankbaar de blijde Boodschap aannemen. In deze hoop en in dit vertrouwen ving Melanchthon zijn bediening aan bij het begin van de Reformatie. Hij dacht dat hij alleen maar hoefde te spreken en dat de mensen slechts naar hem hoefden te luisteren om overtuigd te worden. Algauw kwam hij erachter dat hij zich had vergist en dat de liefde tot de zonde, de kracht van het vooroordeel en de listen van de satan op zijn weg dusdanige hindernissen waren, dat niets minder dan de krachtige werkingen van Gods Geest die konden doorbreken. Allen die volgens zijn beginselen en opvattingen preken, hebben iets van deze teleurstelling gekend. Wanneer ze uit de volheid des harten spreken, zijn ze geneigd te denken dat anderen niet minder geraakt zullen worden dan zijzelf. Als ze echter merken dat men hen ongeïnteresseerd en misschien wel met minachting aanhoort; dat degenen naar wier behoud zij verlangen, heel boos worden vanwege hun liefdewerk en ze zelfs op hun beste vrienden en hun naaste verwanten geen vat kunnen krijgen, doet dit hun pijn en verwondt het hun hart.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==