54 noodzaak en de waardij van het Evangelie ontvangen, dat ze het nauwelijks mogelijk achten dat zondaars zich tegen het bewijs ervan zullen verzetten. Dat is pas als een pijnlijke ervaring hen van het tegendeel overtuigt. Ze zijn algauw geneigd om te zeggen: Het komt vast en zeker door hun onwetendheid. Ze zijn niet in de gelegenheid geweest om over het kwaad van de zonde na te denken, over de vloek van de wet en over de oneindige goedheid van God, zoals die in Zijn Zoon is geopenbaard. Als die dingen echter helder en getrouw aan hen voorgesteld zullen worden, zullen ze zich zeker onderwerpen en dankbaar de blijde Boodschap aannemen. In deze hoop en in dit vertrouwen ving Melanchthon zijn bediening aan bij het begin van de Reformatie. Hij dacht dat hij alleen maar hoefde te spreken en dat de mensen slechts naar hem hoefden te luisteren om overtuigd te worden. Algauw kwam hij erachter dat hij zich had vergist en dat de liefde tot de zonde, de kracht van het vooroordeel en de listen van de satan op zijn weg dusdanige hindernissen waren, dat niets minder dan de krachtige werkingen van Gods Geest die konden doorbreken. Allen die volgens zijn beginselen en opvattingen preken, hebben iets van deze teleurstelling gekend. Wanneer ze uit de volheid des harten spreken, zijn ze geneigd te denken dat anderen niet minder geraakt zullen worden dan zijzelf. Als ze echter merken dat men hen ongeïnteresseerd en misschien wel met minachting aanhoort; dat degenen naar wier behoud zij verlangen, heel boos worden vanwege hun liefdewerk en ze zelfs op hun beste vrienden en hun naaste verwanten geen vat kunnen krijgen, doet dit hun pijn en verwondt het hun hart.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==