9 Woord vooraf Niet snel zal ik haar vergeten. Voor een zangavond ontmoette ik haar, een jonge vrouw met een verstandelijke beperking, zittend in een rolstoel. Met een verlangende blik in haar ogen vroeg ze mij: ‘Mag ik uw vriendin zijn?’ Mijn antwoord was: ‘Ik heb al veel vrienden, maar jij kunt er nog wel bij.’ Met een stralende glimlach reageerde ze: ‘Dat is fijn, maar de Heere is mijn allerbeste Vriend!’ Na de zangavond ontmoette ik haar opnieuw, en vroeg haar: ‘Zijn we nog vrienden?’ Spontaan antwoordde ze: ‘Ja! Maar ik wil graag in de hemel zijn. Dan ben ik bij de Heere en ga ik zingen, sámen met u: Dan ga ik op tot Gods altaren. Ik ben vierentwintig jaar, dat is wel jong om te sterven. Maar de aarde maakt me niet gelukkig.’ Met de psalmregel over Gods altaren raakte ‘mijn vriendin’ in haar ontroerende jubel de kern van de leer van verzoening door voldoening. De Heere wil dat het Evangelie gepredikt wordt. ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods’ (Rom. 10:17). In Zijn dienst wil de Heere niet alleen onze oren, maar ook onze ogen gebruiken, zoals bij de sacramenten. In het bijzonder geldt dit voor de tabernakeldienst: wat laat de Heere daar veel zien! Daarin toont Hij dat het voor verloren zondaren mogelijk is om bij Hem terug te komen. De weg waardoor dit mogelijk is, beeldt de Heere uit in drie onderscheiden ruimten in de tabernakel: het voorhof, het heilige, en het heilige der heiligen. In dit boek vindt u een uitwerking van preken die gehouden zijn tijdens een Bijbellezing in de Gereformeerde Gemeente te Werkendam over de zes heilige voorwerpen in de tabernakel. Elk hoofdstuk bestaat
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==