11 Juwelen van verzoening Wij danken U, o allerhoogste Heer’. U zij voor eeuwig alle lof en eer, dat U de tabernakel aan ons schonk waarin elk stuk van liefde vonkt. Het altaar wijst op offers voor de schuld, dat ’t vuur nóg brandt wijst op Uw taai geduld. ’t Is nog genadetijd, er is nog bloed. Heere, wat bent U goed. Het wasvat toont: voor elk, vuil en onrein, is water in de geopende Fontein dat reinigt van elk kwaad en alle smet. U bent een God Die redt. ’t Licht van de zevenarmige kandelaar maakt ons deez’ heilgeheimen openbaar: in ’t heilige wijst alles Christus aan. Hoe heilig is Uw Naam. Het toonbrood is steeds voor Uw aangezicht. U zorgt voor ons, houdt nóg Uw hand niet dicht; verzadigt ons met Manna, hemels Brood. Mijn God, wat bent U groot.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==