16 vollen Raad Gods tot behoudenis van zondaren uit te dragen in haar midden.’8 Ds. Klomp, de bevestiger van ds. Koolhaas, had ook een beroep naar Oldebroek aangenomen. Oldebroek had in deze periode twee vacatures, beide predikantsplaatsen waren vacant. Twee weken later bevestigde ds. Koolhaas zijn vriend met Exodus 33 vers 14 en 15. Ds. Klomp deed intrede met Jesaja 43 vers 25.9 Evangelisatielokaal in ’t Harde In de periode waarin ds. Koolhaas de gemeente diende, werd door de kerkenraad van Oldebroek, in samenwerking met de kerkenraad van Doornspijk, in de buurtschap ’t Harde een ‘evangelisatielokaal’ gesticht. Het nieuwe gebouw stond aan ‘den breeden grintweg, die van ’t Station Legerplaats v. Oldebroek loopt naar den Zuiderzee-Straatweg’. Het lokaal, dat de naam ‘Elim’ kreeg, werd op woensdag 10 augustus 1921 in gebruik genomen. Achtereenvolgens werd het woord gevoerd door ds. Koolhaas (over ‘Eben-Haëzer’), ds. Van Voorthuizen uit Doornspijk (over ‘Elim’) en ds. Klomp uit Oldebroek (over Openbaring 6 vers 2).10 Vier jaar eerder was onder leiding van ds. Beekenkamp in het oostelijke deel van de gemeente Oldebroek het evangelisatielokaal Hervormde kerk te Oldebroek.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==