10 De opgestane Koning (vs. 10).............................. 83 Gemeenschap aan Zijn lijden (vs. 10)....................... 87 Gelijkvormig (vs. 10)....................................... 91 Zijn kruis opnemen (vs. 10)................................ 95 Zijn dood gelijkvormig (vs. 10)............................. 99 De begeerte van de apostel (vs. 11)........................ 103 Opstaan uit de doden (vs. 11). ............................ 107 Ontwaak (vs. 11).......................................... 111 Niet gekregen noch volmaakt (vs. 12)..................... 115 Gekregen (vs. 12).......................................... 119 Volmaakt (vs. 12).......................................... 123 Door Christus gegrepen (vs. 12)........................... 127 Niet lijdelijk (vs. 12)....................................... 131 Niet zelf gegrepen (vs. 13)................................. 135 Niet zelfgenoegzaam (vs. 13).............................. 139 Eén ding doe ik (vs. 14)................................... 143 Vergetende wat achter is (vs. 14)........................... 147 Strekkende tot wat voor is (vs. 14)......................... 151 Jagen naar het wit (vs. 14)................................. 155 Hartsterking (vs. 14)....................................... 159 Ziende op Jezus (vs. 14)................................... 163 Inwendige en uitwendige roeping (vs. 14)................. 167
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==