13 1. Brief voor een geliefde zoon Lezen: 1 Timotheüs 1:1-5; 2 Timotheüs 1:1-12 Genade en vrede behoren bij elkaar; want de vrije genade of gunst van God is de bron of fontein van alle vrede en voorspoed die wij kunnen genieten. En wanneer deze genadige gaven de onze zijn, mogen wij hopen op vredevolle gedachten in onze harten. MATTHEW HENRY De afzender Als wij een brief ontvangen willen wij weten wie de schrijver is. Van wie krijg ik deze brief? Want de afzender bepaalt ook de mate waarin de inhoud van de brief ter harte moet worden genomen. Een brief van de belastingdienst zullen wij niet zomaar naast ons neerleggen. Maar een ‘huis-aan-huisbrief’ van een of andere winkel kan zonder problemen bij het oud papier worden gelegd. Voor Timotheüs en de gemeente(n) is het bijzonder belangrijk dat de schrijver van de brief die ontvangen wordt gezag heeft. Gezag van Godswege. En dát gezag heeft de schrijver van de brief aan Timotheüs. Het is Paulus (die eerder Saulus van Tarsen heette), die door God is geroepen om apostel te zijn. Meteen maakt hij duidelijk dat hij niet zomaar op eigen titel deze brief schrijft en het Evangelie preekt. Hij doet het als een ‘apostel van Jezus Christus’. En dat alles ‘naar het bevel van God’ (zie ook Rom.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==