15 den om een kind, hoor, maar ze hebben ook samen gebeden om de vervulling van de belofte, waar al de vromen van het oude verbond reikhalzend naar hebben uitgezien. Wat staat er van Gods kinderen van het Oude Testament? ‘De beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien en geloofd en omhelsd.’ Hun gebed ging vooral om de beloofde Christus, Die komen zou: Mijn ziel, vol angst en zorgen, Wacht sterker op den Heer’, Dan wachters op den morgen; Den morgen; ach, wanneer? Maar het werd steeds onmogelijker. Het was niet alleen onmogelijk in hun eigen leven, maar het was ook zo onmogelijk in Israël. De scepter was van Juda aan het wijken, en de wetgever van tussen zijn voeten. Nu kwam er een engel en zei: ‘Uw gebed is verhoord.’ Dan gebeurt het wonderlijke, gemeente. Als je vroeger aan Zacharias gevraagd zou hebben: ‘Wat denk je, Zacharias, zou de Heere je gebed nog verhoren?’ Dan zou hij gezegd hebben: ‘Dát geloof ik vast!’ Maar nu de Heere zegt: ‘Uw gebed is verhoord’, nu kan hij het niet geloven. Dan openbaart hij zijn ongeloof en zegt: ‘Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is ver op haar dagen gekomen.’ Dan zegt de engel heilig verontwaardigd: ‘Ik ben Gabriël, die voor God sta!’ Gelooft u mijn woord niet? Maar dan gelooft u Góds woord niet! ‘Ik ben uitgezonden om tot u te spreken en u deze dingen te verkondigen. En zie, gij zult zwijgen en niet kunnen spreken, tot op den dag dat deze dingen geschied zullen zijn.’ Het ongeloof maakt altijd stom. Dat is nog zo. Als het ongeloof boven ligt, gaat je mond ook dicht. Of misschien praat die mond nog een poosje door. U weet wel hoe dat gaat. Lege klanken! Maar de Heere vervult Zijn woord. Zacharias komt thuis. Binnen korte tijd voltrekt zich het gadeloze wonder: zijn vrouw wordt bevrucht. Wel in de weg van de natuur, maar tóch in de weg van het wonder.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==