9 gehad, zit nog altijd in zijn zak. Veel heeft hij er niet aan, maar hij is er zuinig op. Er zijn ook minder leuke herinneringen, die hij het liefst diep wegstopt. Het matras is maar dun en Hans voelt de houten lattenbodem er dwars doorheen. Op de boot naar Cuba hadden ze een mooie hut voor zichzelf en er was eten en drinken in overvloed. Ze hadden niet geweten wat ze meemaakten, met elke dag vlees op hun bord. Hij heeft zelfs een keertje kaviaar voorgeschoteld gekregen in het restaurant van de eerste klas. Of ze hier voldoende te eten krijgen, moet hij nog maar afwachten. Opeens schaamt hij zich. Opa en oma hebben hun tickets aan hen gegeven en zijn in Duitsland achtergebleven. Zij hebben het heel wat moeilijker. Zijn vader rommelt wat in de koffer en inspecteert de dekens en het matras. Daarna gaat hij op de rand van het bed zitten. ‘We blijven hier geen minuut langer dan nodig is,’ is het eerste wat zijn vader zegt. Zijn stem klinkt schor. Zoals hij daar op bed zit, lijkt hij weer op de man die hij was toen hij net vrijgelaten was uit dat verschrikkelijke kamp, waar hij meer dood dan levend uit is gekomen. Het Engelse brood smaakt prima, maar misschien komt dat omdat het alweer een tijdje geleden is dat ze hebben gegeten. Er komen twee mannen bij hen zitten, die zich voorstellen als Hermann en Otto. Ze komen allebei uit München en zitten al twee maanden op deze plek. Ze zijn via Noorwegen in Engeland terecht
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==