DEN HERTOG - HOUTEN
AVI E4 © 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3345 9 Illustraties: Melanie Broekhoven Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
7 -1Het dierenasiel ‘Tijn, waar ben jij de hele middag geweest?’ vraagt mama. ‘Ik was je kwijt.’ ‘Ik heb gewerkt,’ zegt Tijn. ‘En ik heb echt geld verdiend.’ Tijn doet zijn hand open. Er ligt een euro in. ‘Wat zeg je nu toch? Gewerkt?’ Mama kijkt verbaasd naar Tijn. ‘Waar dan?’ ‘Bij het nieuwe dierenasiel. Het is zo leuk, mama! Er zijn al veel poezen en een paar honden. Ik mocht helpen met het verzorgen van de dieren. Bakjes schoonmaken en er nieuwe brokjes in doen, en nog veel meer. En knuffelen.’ ‘Knuffelen, wie knuffelen?’ Mama trekt haar wenkbrauwen op. ‘De poezen. Ze hebben liefde en aan... eh, aandacht nodig,’ zegt Tijn. ‘Dat zegt mevrouw Baas. Eigenlijk is dat ook werken en daarom kreeg ik geld. En als ik wil, mag ik morgen weer komen. Maar mevrouw Baas zei dat ik het wel thuis moest vragen. Mag het?’ Mama schiet in de lach. ‘Jij bent een mooie!’ zegt ze. ‘Dat had je moeten vragen voor je daarnaartoe ging. Ik was echt een beetje ongerust, omdat je zo lang weg was. Maar ik vind het prima, hoor. Als je wel van tevoren zegt dat je gaat. Beloofd?’
Tijn knikt. ‘Mag ik dan morgen weer?’ Mama schudt haar hoofd. Ze zegt: ‘Daar zal weinig van komen. Morgen komt tante Marian Mees brengen. Was je vergeten dat hij komt logeren?’ ‘O ja!’ zegt Tijn. Hij denkt even na en zegt dan: ‘Maar Mees en ik kunnen toch samen gaan?’ ‘Dat zien we morgen wel,’ zegt mama. ‘Als jullie gaan, loop ik even mee naar het asiel om te vragen of ze het goed vinden. Nu eerst heel goed je handen wassen, Tijn. We gaan zo eten.’ Aan tafel vertelt Tijn weer over het asiel. ‘De poezen zijn zo lief!’ zegt hij. ‘En ze zoeken allemaal een nieuw baasje. Misschien kunnen wij er wel eentje nemen? Zo’n schattig, klein poesje... Please, mama?’ ‘Poesie!’ zegt kleine Julia en slaat met haar lepel op de kinderstoel. ‘Poesie!’ ‘Zie je wel, Julia wil ook een poesje,’ zegt Tijn. ‘Ik zal er helemaal zelf voor zorgen.’ Maar mama schudt haar hoofd. ‘Nee Tijn, dat kan echt niet. We hebben het hier al eerder over gehad, dus begin er nu niet weer over.’ ‘Maar waarom dan niet?’ zeurt Tijn. ‘Tijn, ook dat heb ik vaker verteld. Papa is allergisch voor honden en katten. Hij wordt benauwd en gaat erg niezen en hoesten als er dieren in de buurt zijn.’ ‘Sorry jongen,’ zegt papa. ‘Geniet maar van het helpen in dat asiel. Daar heb je niet één, maar wel twintig katten om te knuffelen.’ ‘Dat is zo,’ knikt Tijn. ‘Aah... ze zijn echt lief! En de
9 honden zijn ook leuk. Ik denk dat ik er elke dag ga werken als ik groot ben.’ ‘Eet dan nu maar snel die broccoli op,’ zegt mama lachend. ‘Des te eerder ben je groot en sterk.’ Tijn kijkt niet blij, maar hij neemt toch een grote hap.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==