Coralien Pladdet DEN HERTOG - HOUTEN Abel Ella op avontuur e n
© 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3346 6 Illustraties: Inge van der Maas Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud LENTE 1. Schatzoekers 7 2. Sparen 11 3. Vergeten 15 4. Jongenseendjes 18 5. Uitnodigingen 22 ZOMER 6. Kamperen 27 7. Voorstelling 31 8. Waterpret 35 9. Koffers 39 10. Vuilniswas 43 HERFST 11. Verhuizen 46 12. Verkleden 50 13. Nummers 53 14. Voorpret 56 15. Schelpenstrand 59 WINTER 16. Stickers 62 17. Legoleven 66 18. Stapelbed 69 19. Bibberkoud 73 20. Opstropen 77 5
LENTE 1. Schatzoekers Het is voorjaarsvakantie. De zon schijnt en het is al lekker warm. Abel en Ella hebben even trampoline gesprongen, maar daar hebben ze geen zin meer in. Nu liggen ze buiten op een kleedje en spelen memory. Na een kwartier roept Ella: ‘Nee, Abel, je had er al twee omgedraaid!’ ‘Nietes,’ antwoordt Abel boos. ‘Welles!’ roept Ella en ze trekt aan het kleed, zodat de kaartjes alle kanten op vliegen. Mama, die de heg snoeit, roept: ‘Kom op! Geen geruzie in de vakantie! Ga lekker knutselen.’ ‘Dat hebben we al gedaan, mama!’ antwoordt Ella. ‘We kunnen niets verzinnen om te doen.’ Mama lacht. ‘Kinderen van zes jaar kunnen heus wel genoeg leuke dingen bedenken. Jullie hebben al geluk dat jullie een tweeling zijn, dan heb je altijd een vriendje om mee te spelen.’ ‘Toch weten we niets te doen,’ houdt Ella vol. ‘Ik heb een idee,’ zegt mama. ‘Waarom gaan jullie niet schatzoeken?’ ‘Schatzoeken?’ vragen Ella en Abel tegelijk. ‘Waar is de schat dan?’ ‘Die moeten jullie zoeken,’ lacht mama. 7
‘En wat is de schat?’ vraagt Abel. ‘Dat zie je pas als je hem vindt,’ zegt mama geheimzinnig. De tweeling gaat rechtop zitten. Dat klinkt spannend! Mama zegt: ‘Ik teken de schatkaart en dan moeten jullie zoeken op de plekken die erop staan. Ga maar even naar binnen. Ik roep als jullie mogen komen.’ De tweeling rent naar binnen. Abel en Ella vullen hun beker met water en drinken het snel op. Abel doet zijn pet af en legt die op het aanrecht. Zijn zwarte krullen komen tevoorschijn. ‘Pff, mijn haar plakt op mijn hoofd,’ zegt hij. ‘Dat van mij ook,’ zegt Ella lachend. ‘Morgen wil ik een staart, dan is het niet zo warm in mijn nek.’ Ze haalt een hand door haar lange haar, dat iets minder zwart is dan dat van Abel. Haar haar heeft de kleur van de melkkoffie die hun moeder drinkt, terwijl dat van Abel de kleur heeft van de zwarte koffie van hun vader. Niet veel later roept mama hen weer. Op de tuintafel ligt een groot vel papier waarop allerlei krabbels staan. Ze zien bomen. Ze zien ook een rondje. ‘De trampoline!’ roept Ella uit. ‘O ja’, zegt Abel, ‘dan is dat vierkant de tuintafel.’ Ze turen naar de kaart en zien ook een aantal kruisjes met een cijfer erbij. Daar zou de schat kunnen liggen! Ze volgen de getekende lijn en stappen door de tuin. Ze lopen om struiken heen, klimmen op de trampoline en kruipen onder het klimrek door. De warmte voelen ze niet meer. Als ze bij het eerste kruis komen, zien ze dat op die plek een grote rozenstruik staat. ‘Voorzichtig!’ waarschuwt Ella, als Abel onder de struik wil voelen. ‘De struik zit vol met stekels.’ ‘Ik haal een schep,’ zegt Abel. Met de schep halen ze grond weg. Ze zien niets anders dan zwarte 8
aarde. Hier ligt geen schat. Jammer. Dan lopen ze door naar de tweede plek die op de kaart is aangekruist. Het is de bak waar het tuingereedschap in ligt. Ze doen het deksel open en rommelen in de bak. Er ligt veel in, maar geen schat. ‘Ik heb er geen zin meer in,’ zegt Abel. Hij gooit de schep weg. ‘Kom op, we gaan even door. Misschien is de schat wel superleuk!’ probeert Ella Abel over te halen. Dan loopt Abel nog even door. Ze lopen naar kruisje nummer drie. Hier staat weer een struik, maar nu één zonder prikkels. Abel graait met zijn handen onder de struik. Hij zoekt. Hij voelt niets groots. Maar ineens ziet hij wat glinsteren. ‘Ella, kom eens, zie je dat ook?’ vraagt hij. 9
Ella komt er ook bij staan. Ze bukt. ‘Ja!’ roept ze ineens uit. ‘Ik zie het ook.’ Abel reikt verder onder de struik en pakt het glimmende ding. Het is een ring! ‘We hebben de schat!’ juicht hij. Ella lacht ook. ‘Kom, we gaan de schat aan mama laten zien!’ roept Ella. Ze rennen naar binnen. ‘Mama! Mama!’ roepen ze hard. Mama ligt met haar neus onder de bank. ‘We hebben de schat! Het is een ring.’ ‘Een ring?’ vraagt mama verbaasd. ‘Mag ik eens kijken?’ Ze pakt de ring van Abel aan. Met een zakdoekje veegt ze de ring schoon. ‘Mijn trouwring! Die ben ik net kwijtgeraakt. Waar was hij?’ De tweeling snapt er niets van. Mama had toch de schat verstopt? ‘Onder die struik,’ wijst Abel. ‘O, die heb ik vandaag gesnoeid! Dan moet de ring van mijn hand zijn afgegleden,’ zegt mama. ‘Dankjewel,’ zegt ze zacht en ze geeft hun een dikke knuffel. De tweeling ziet dat mama tranen in haar ogen heeft. Zo blij is ze. ‘Maar had u die dan niet verstopt?’ vraagt Ella. ‘Nee, de schat ligt verderop,’ verklapt mama, ‘achter die boom.’ ‘U mocht het niet zeggen,’ zegt Abel boos. ‘Jawel, anders is de schat weg,’ antwoordt mama. ‘Weg?’ vraagt Ella. ‘Ja, als je het ziet, snap je het,’ lacht mama. De tweeling rent naar de boom. Achter de boom zien ze een doosje met... ‘IJsjes!’ roepen ze uit. Het ijsje is lekker, maar dat ze nu ook een echte schat gevonden hebben, vinden Abel en Ella nog het allerleukst. 10
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==