Ella komt er ook bij staan. Ze bukt. ‘Ja!’ roept ze ineens uit. ‘Ik zie het ook.’ Abel reikt verder onder de struik en pakt het glimmende ding. Het is een ring! ‘We hebben de schat!’ juicht hij. Ella lacht ook. ‘Kom, we gaan de schat aan mama laten zien!’ roept Ella. Ze rennen naar binnen. ‘Mama! Mama!’ roepen ze hard. Mama ligt met haar neus onder de bank. ‘We hebben de schat! Het is een ring.’ ‘Een ring?’ vraagt mama verbaasd. ‘Mag ik eens kijken?’ Ze pakt de ring van Abel aan. Met een zakdoekje veegt ze de ring schoon. ‘Mijn trouwring! Die ben ik net kwijtgeraakt. Waar was hij?’ De tweeling snapt er niets van. Mama had toch de schat verstopt? ‘Onder die struik,’ wijst Abel. ‘O, die heb ik vandaag gesnoeid! Dan moet de ring van mijn hand zijn afgegleden,’ zegt mama. ‘Dankjewel,’ zegt ze zacht en ze geeft hun een dikke knuffel. De tweeling ziet dat mama tranen in haar ogen heeft. Zo blij is ze. ‘Maar had u die dan niet verstopt?’ vraagt Ella. ‘Nee, de schat ligt verderop,’ verklapt mama, ‘achter die boom.’ ‘U mocht het niet zeggen,’ zegt Abel boos. ‘Jawel, anders is de schat weg,’ antwoordt mama. ‘Weg?’ vraagt Ella. ‘Ja, als je het ziet, snap je het,’ lacht mama. De tweeling rent naar de boom. Achter de boom zien ze een doosje met... ‘IJsjes!’ roepen ze uit. Het ijsje is lekker, maar dat ze nu ook een echte schat gevonden hebben, vinden Abel en Ella nog het allerleukst. 10
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==