1 Doeners en denkers ‘Juf, moeten we echt meedoen met de DST?’ Cathleen kijkt met een gespannen blik naar juf Sterre. ‘DST? Wat is dat nou weer?’ ‘Weet je dat niet?’ Zowy kijkt met een spottende blik naar Mohamed. ‘Ik ook niet,’ zegt Joep. ‘Weet je het eigenlijk zelf wel?’ ‘Natuurlijk. De DST is de doorstroomtoets.’ ‘Zeg dat dan gewoon.’ Mohamed laat zich onderuitzakken op zijn stoel. ‘Die toets interesseert me niks. Ik ga toch naar het vmbo, want mijn vader wil dat ik later bij hem in de garage kom werken.’ ‘En wat wil je zelf worden?’ vraagt Zeynep. ‘Ook automonteur natuurlijk. Op zaterdag ga ik mijn vader vaak helpen in de garage, dat is superleuk.’ ‘Maar is de DST echt verplicht, juf?’ vraagt Cathleen opnieuw. Juf Sterre knikt. ‘Alle leerlingen van groep 8 moeten een doorstroomtoets maken. Maar maak je daar alsjeblieft niet zo druk om. Er wordt gewoon gekeken hoe rekenen en taal bij jullie gaat. En dat kan mij weer helpen om een goed advies voor het voortgezet onderwijs te geven.’ ‘Juf.’ Tara steekt haar vinger op. ‘Dus u vindt de DST eigenlijk helemaal niet belangrijk?’ 9
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==