ning. Hij kan zich helemaal niks voorstellen bij ouders die zich druk maken om een toets. De juf heeft de spanning bij Cathleen ook gezien. Ze gaat op de hoek van haar bureau zitten. ‘Ik schrik toch wel een beetje van wat ik nu hoor, Cathleen. Zijn er meer kinderen die te maken hebben met ouders die de doorstroomtoets heel belangrijk vinden?’ Ze kijkt rond. Joep ziet dat Pepijn hard zit te knikken. ‘Mijn vader en moeder hopen dat ik naar het vwo kan,’ vertelt Pepijn. ‘En anders naar de havo. Ze willen niet dat ik later een beroep kies waarbij ik...’ Zijn blik gaat even naar Mohamed. ‘... met mijn handen moet werken.’ ‘Wat belachelijk.’ Mohamed maakt een wegwerpgebaar. ‘Is werken met je handen soms minderwaardig? Ik ben liever de hele dag in de garage dan dat ik op zo’n stom kantoor achter een bureau moet zitten.’ ‘Ho, ho.’ Juf Sterre wacht even tot het weer stil is. ‘Ik weet zeker dat jullie ouders het beste voor jullie willen. Maar over de doorstroomtoets denkt niet iedereen hetzelfde, dat maak ik al jaren mee. Ik ga vanmiddag een mailtje sturen naar alle ouders om uit te leggen wat ik van deze toets vind.’ Joep ziet dat Cathleen instemmend zit te knikken. ‘Helaas bestaat er over beroepen waar met de handen wordt gewerkt nog altijd een groot vooroordeel,’ gaat de juf verder. ‘En dat is onterecht. We hebben doeners en denkers nodig.’ ‘Waar heeft u het over, juf?’ Tara kijkt de juf met grote ogen aan. ‘Als er een nieuw huis wordt gebouwd, moet iemand alles bedenken, de tekeningen maken, vergunningen 11
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==