De onvergetelijke conciërge

nog in zijn hand: ‘Juf, meester Bram liep met een vrouw door de gang. Wie is dat?’ ‘Geen idee.’ ‘Ze vindt het leuk om hier te komen werken.’ ‘Wie zegt dat?’ ‘Dat zei ze zelf.’ ‘Dus je hebt ze afgeluisterd.’ Wat een gekke reactie van de juf. ‘Nee. Ik liep gewoon langs.’ ‘Ik heb geen idee wie het is.’ Juf Sterre buigt zich over een stapel schriften. Weet de juf het echt niet? Of wil ze het niet zeggen? Joep wil de deur dichtdoen, maar ziet dat de directeur en de vrouw door de gang terug komen lopen. ‘Kijk, daar komen ze weer aan.’ ‘Joep, doe nu de deur maar dicht.’ Juf Sterre kijkt met een strenge blik naar Joep. ‘Oké.’ Joep trekt de deur met een klap dicht. Zo reageert de juf nooit. Hij kijkt naar Tara, die met een veelbetekenende blik naar hem kijkt. Zie je wel, die vindt de reactie van de juf ook vreemd. ‘Daar staat ze.’ Als de school uitgaat, ziet Joep de directeur met de vrouw bij de uitgang van de school staan. ‘Hotsiekleurenknotsie.’ Tara blijft staan en kijkt met open mond naar de vrouw. ‘Wat een kleuren. Het lijkt wel een wandelende regenboog.’ ‘Ik ga vragen wie het is.’ Gelijk stapt Zeynep naar de vrouw toe en steekt haar hand uit. ‘Dag mevrouw. Ik ben Zeynep. Houdt u van kleuren?’ De vrouw schiet in de lach. ‘Zie je dat?’ 14

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==