JOKE VAN WINKEL DEN HERTOG - HOUTEN Als je alles van me weet
© 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3348 0 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
1. Joyce duwt met al haar kracht tegen de deur. Haar volle gewicht gooit ze er tegenaan. Dan klapt de keukendeur open. Ze verzamelt de lege blikjes en flessen en loopt ermee naar buiten. Daar zet ze het in de krat in de tuin. Vanmiddag na school maar meteen wegbrengen. Dan krijgt ze statiegeld, weet ze. In de keuken kijkt ze om zich heen. Wat moet er nog meer naar buiten? Na wat afval in de container te hebben gedaan, wil ze de deur achter zich dichttrekken. Die klemt tegen de deurpost. Joyce neemt de deurkruk in haar hand, telt tot drie en smakt de deur stevig dicht. Die zit! Nu nog op slot draaien. Op haar tenen sluipt Joyce de trap op. De slaapkamer tegenover haar kamer staat op een kier. De snurkgeluiden komen Joyce tegemoet. Ze pakt haar schooltas, inspecteert nog een keer de inhoud en sluipt naar beneden. Haar brood, haar drinkfles en een stuk fruit. Ook haar regenpak maar meenemen. Zou de beachvolleybal vanmiddag doorgaan of wordt het misschien naar de ochtend verzet? Nog even loopt ze naar het dressoir toe en blaast een handkusje naar de foto. Als Joyce op het afgesproken punt aankomt, staat Noor al te wachten. Haar vriendin stapt op. ‘Saai, hè, dat de vakantie voorbij is?’ ‘Ach.’ Joyce ontwijkt een voetganger. ‘Mijn moeder deed echt gestrest vanmorgen,’ gaat Noor verder. ‘Of ik wel op zou schieten en niet de eerste dag al te laat zou komen, voldoende brood bij me had en mijn gymspullen niet zou vergeten. Volgens mij is zij echt aan vakantie toe.’ ‘Oh.’ Joyce kamt door haar haren. ‘Zei je nou dat we gymspullen nodig hadden?’ ‘Ja. Omdat er vanmiddag regen is voorspeld, gaat beachvolleybal
6 niet door. Daarom gaan we nu naar de gymzaal. Heeft je moeder het bericht niet gehad?’ ‘Jawel.’ Zonder haar vriendin aan te kijken, fietst Joyce verder. ‘Maar ik ben het zelf vergeten. Ik pak wel een gymbroek en shirt uit de kast.’ Noor trekt haar neus op. ‘Die stinken altijd.’ ‘Ik zeg wel dat ik buikpijn heb en niet meedoe.’ Een kwartier later fietsen ze het schoolplein op. ‘Het is echt al druk,’ zegt Noor. Ze stapt van haar fiets. ‘Hoe vroeg komen sommigen al op school?’ Zodra de schooldeur opengaat, stormen groepjes leerlingen op de ingang af. ‘Ik zou niet weten waar ik haast voor moet hebben.’ Noor gebaart naar de rennende kinderen. ‘Vast brugpiepers die bang zijn om te laat te komen.’ Joyce kijkt langs de leerlingen heen. De kans dat ze Dave ontdekt, is erg klein. De vwo’ers gaan ’s ochtends direct naar het strand voor de volleybal. Tussen de leerlingen in ziet ze een meisje staan dat zoekend om zich heen kijkt. In een paar stappen is Joyce bij haar. ‘Kan ik je helpen?’ Het meisje knikt. ‘Dank je. Ik weet echt niet waar ik heen moet.’ ‘Weet je het lokaal?’ ‘113.’ ‘Oh, daar. Zal ik met je meelopen?’ ‘Graag.’ Het meisje zucht. Joyce wijst. ‘Die kant op.’ ‘Straks kom je te laat,’ roept Noor. ‘Geeft niet,’ roept Joyce terug. Ze buigt zich naar het meisje toe. ‘Hoe vind je het om naar deze school te gaan?’ ‘Best wel spannend.’ ‘Dat snap ik.’ Joyce houdt een deur open. ‘Dat vond ik ook toen ik naar de brugklas ging. Maar het valt hier best mee, hoor. Wie is je mentor?’ ‘Meneer Fernández.’
7 ‘Oh, dan heb je geluk.’ Ze gaat haar voor de trap op. ‘Je moet op de eerste verdieping zijn. Ken je al kinderen uit je klas?’ Het meisje schudt haar hoofd. ‘We zijn pas verhuisd.’ Even kijkt Joyce haar van opzij aan. Het is wel heel sneu om alleen op een vreemde school te beginnen. ‘Je hebt vast zo een vriendin.’ Het is er al uit voordat ze er erg in heeft. Hoe kan ze dit nu ooit beloven? ‘In dit lokaal moet je zijn.’ Van de andere kant komt ook een groep brugklassers aanlopen. ‘Dank je.’ Joyce glimlacht. ‘Graag gedaan.’ Haar nieuwe mentor staat al bij de deur te wachten. ‘Net op tijd.’ ‘Hallo, ik moest een brugklasser helpen.’ Ze geeft de lerares een high five. ‘Goedemorgen.’ De enorme knot op het hoofd van de docent wiebelt als ze zich omdraait. ‘Aardig van je. En jij bent?’ ‘Joyce.’ ‘Fijn dat je er bent.’ Noor gebaart naar de lege tafel naast haar. ‘Ik heb hier een plek voor je.’ Zodra iedereen zit, sluit mevrouw Verdouw de deur. ‘Welkom iedereen. Ik heb er heel veel zin in om dit jaar jullie mentor te mogen zijn. 3-Havo is een bijzonder jaar. Dit jaar moet je kiezen welk profiel je volgend jaar gaat doen. Natuurlijk kunnen wij je daarbij helpen.’ Ze gaat op haar bureau zitten. ‘Straks gaan we eerst kennismaken en daarna het introductieprogramma afwerken. Dit is een christelijke school en daarom wil ik beginnen met gebed.’ ‘Dat doen we nooit,’ merkt Stijn op. De docent knikt. ‘Ik weet dat veel docenten het overslaan, omdat ze dat zelf niet gewend zijn. Maar het is officieel de regel dat het gedaan wordt.’ ‘Meneer Huisman begint ook altijd met gebed,’ brengt Noor in. ‘Daarom.’ Mevrouw Verdouw vouwt haar handen. ‘Zo nieuw is het
8 ook weer niet.’ Joyce gaat rechtop zitten. Het is best apart om iemand te horen bidden. De lerares vraagt of ze een goed jaar mogen hebben met elkaar en of God hen overal bij wil helpen. Zou er echt een God zijn Die het hoort? ‘We beginnen dus met een kennismakingsspel.’ Mevrouw Verdouw opent de kast en haalt er een schaal M&M’s uit. ‘Lekker!’ roept Noor. ‘Straks pak je vijf M&M’s,’ gaat hun mentor verder, terwijl ze de schaal op de tafel zet. ‘Elke kleur hoort ergens bij.’ Ze opent een nieuwe pagina op het digibord. Joyce leest: Rood: Vertel iets over je thuissituatie. Blauw: Vertel iets over je hobby. Geel: Vertel iets over het profiel dat je misschien wilt gaan kiezen. Groen: Vertel iets over je vakantie. Bruin: Vertel iets over je vrienden. Oranje: Vertel wat je verwacht van 3-havo. Na een korte stilte wijst de lerares naar het bord. ‘Je mag straks vijf verschillende kleuren pakken en als je aan de beurt bent, vertel je iets per kleur die je gekozen hebt. Als je bijvoorbeeld rood hebt gekozen, kun je vertellen in welke plaats je woont of hoeveel broers en zussen je hebt. Je mag van een kleur ook meerdere M&M’s kiezen. Als je bijvoorbeeld drie blauwe uitkiest, dan vertel je over drie verschillende hobby’s. Als we klaar zijn, mag je ze natuurlijk opeten.’ ‘Oh, ik dacht dat u ze nog terug wilde,’ grapt Stijn. Nog voordat ze gekozen heeft wat ze wil gaan vertellen, is de bak al bij Joyce. Van elke kleur pakt ze er een. Behalve van de groene dan. ‘Ik zal zelf beginnen.’ Hun mentor kijkt de groep aan. ‘Ik heb geen gele gepakt, want ik hoef natuurlijk geen profiel te kiezen. De rode.’ Ze
9 steekt het rode snoepje omhoog. ‘Ik woon in Den Haag met mijn man en zoontje Jari van vier jaar. De blauwe.’ De rode M&M verdwijnt op haar schoot en de blauwe steekt ze naar voren. ‘Ik houd ervan om zelf kleding te maken. Soms voor mezelf, maar meestal voor Jari. En dan de groene... dit jaar zijn we naar Luxemburg geweest. Op een camping. We hebben veel gefietst en gezwommen.’ Hun mentor is even stil en pakt de bruine M&M. ‘En dan de bruine. Ik heb een groep vriendinnen die ook van kleding maken houdt. We wisselen weleens patronen uit. Een keer per jaar gaan we een nachtje weg zonder partners en kinderen. Dan gaan we gezellig uit eten en een stad bekijken. Meestal doen we dat in de voorjaarsvakantie. En tot slot de oranje. Ik werk twee dagen en geef het vak levensbeschouwing. Van eerdere jaren weet ik dat 3-havo een erg leuk jaar is en soms wat stress kan geven, omdat je de keus moet maken welk profiel je volgend jaar gaat volgen. Maar ook dat komt goed. Ik verwacht dat leerlingen uit 3-havo goed weten wat wel en niet hoort. Vanaf de derde noem ik leerlingen geen kinderen meer. Je begrijpt dan zelf dat je je huiswerk moet maken.’ ‘Dus we hoeven niet terug te komen als we ons huiswerk niet afhebben?’ vraagt Stijn. Mevrouw Verdouw fronst haar wenkbrauwen. ‘Is dat een serieuze vraag?’ ‘Ja.’ ‘Oh.’ Ze zwijgt even. ‘Nou ja,’ zegt ze ten slotte. ‘Als jij wilt blijven zitten, zit je volgend jaar weer gezellig in mijn mentorklas. Maar even zonder gekheid, van 3-havo mag ik verwachten dat leerlingen zelf hun verantwoordelijkheid kennen.’ ‘Ik heb een broer die Riff heet,’ begint Joyce als het haar beurt is. ‘Voor hobby’s heb ik geen tijd, want op zaterdag heb ik een bijbaantje in de supermarkt. Ik weet nog niet welk profiel ik wil kiezen, maar misschien Natuur en Gezondheid. Mijn bestie is Noor en ik verwacht van 3-havo dat het gewoon leuk is in de klas.’
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==