Als je alles van me weet

6 niet door. Daarom gaan we nu naar de gymzaal. Heeft je moeder het bericht niet gehad?’ ‘Jawel.’ Zonder haar vriendin aan te kijken, fietst Joyce verder. ‘Maar ik ben het zelf vergeten. Ik pak wel een gymbroek en shirt uit de kast.’ Noor trekt haar neus op. ‘Die stinken altijd.’ ‘Ik zeg wel dat ik buikpijn heb en niet meedoe.’ Een kwartier later fietsen ze het schoolplein op. ‘Het is echt al druk,’ zegt Noor. Ze stapt van haar fiets. ‘Hoe vroeg komen sommigen al op school?’ Zodra de schooldeur opengaat, stormen groepjes leerlingen op de ingang af. ‘Ik zou niet weten waar ik haast voor moet hebben.’ Noor gebaart naar de rennende kinderen. ‘Vast brugpiepers die bang zijn om te laat te komen.’ Joyce kijkt langs de leerlingen heen. De kans dat ze Dave ontdekt, is erg klein. De vwo’ers gaan ’s ochtends direct naar het strand voor de volleybal. Tussen de leerlingen in ziet ze een meisje staan dat zoekend om zich heen kijkt. In een paar stappen is Joyce bij haar. ‘Kan ik je helpen?’ Het meisje knikt. ‘Dank je. Ik weet echt niet waar ik heen moet.’ ‘Weet je het lokaal?’ ‘113.’ ‘Oh, daar. Zal ik met je meelopen?’ ‘Graag.’ Het meisje zucht. Joyce wijst. ‘Die kant op.’ ‘Straks kom je te laat,’ roept Noor. ‘Geeft niet,’ roept Joyce terug. Ze buigt zich naar het meisje toe. ‘Hoe vind je het om naar deze school te gaan?’ ‘Best wel spannend.’ ‘Dat snap ik.’ Joyce houdt een deur open. ‘Dat vond ik ook toen ik naar de brugklas ging. Maar het valt hier best mee, hoor. Wie is je mentor?’ ‘Meneer Fernández.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==