Robrecht en de werfenis uit Mercia

8 Robrecht zucht ervan. Wat moet dat er bijzonder uitgezien hebben, zoveel schepen bij elkaar! Maar wat bedoelt vader met onheilspellende muziek? Robrecht hangt aan vaders lippen en merkt dat het inderdaad een spannend verhaal gaat worden. Vader vertelt alweer verder. Iedereen kent hen. Iedereen is bang voor deze zeeschuimers. En deze keer zijn het er zo’n vijfduizend! Zwaarbewapend zijn ze. De eenvoudige soldaten dragen een bijl, speer of zwaard en een schild. Ze hopen op avontuur en op een beter leven dan ze in hun thuisland ooit kunnen krijgen. In een van de schepen staat de leider van deze rooftocht. Het handvat van zijn zwaard is schitterend versierd met ingelegd zilver en goud. Het zwaard is van vader op zoon doorgegeven en omgeven met magische verhalen. Bij het smeden van het zwaard zijn botresten van overleden voorouders en van roofdieren, zoals wolven en beren, door het staal vermengd. Het zwaard is beroemd en deze Noorman is er trots op. De schepen zien er al net zo indrukwekkend uit. Het is net of de Noormannen met hun schepen, al voordat ze aan land komen, elke vijand angst willen aanjagen. Want wie durft in de ogen te kijken van de draken met opengesperde muilen die uit de voorsteven omhoog lijken te komen? Onwillekeurig huivert Robrecht. Hij heeft nog nooit een schip van de Noormannen in het echt gezien, maar hij ziet het helemaal voor zich. Heel indrukwekkend, met de draken voor op de schepen! Na een voorspoedige tocht bereikt deze schrikaanjagende vloot de monding van de rivier de Seine aan de Franse kust. De brede waaier van schepen versmalt tot een langgerekt lint. De wind die de schepen op zee heeft voortgestuwd, heeft op de rivier minder effect. Maar dat maakt voor deze ruwe zeebonken niet uit. Een kort bevel klinkt en de kerels grijpen met hun gespierde knuisten de roeiriemen. Als hongerige wolven schieten de langschepen ongehinderd over de rivier die door het landschap slingert. Op weg naar hun prooi: Parijs.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==