17 We hopen dat er ook dit jaar nog mensen tot God bekeerd zullen mogen worden. Dat er nog eens mochten zijn voor wie het werkelijk buiten hoop wordt. Dat we God eens in de handen zouden mogen vallen als een schuldige. Dat we er ook eens getuigenis van zouden mogen geven, hoe er een levende hoop in de ziel verwekt was en dat men een hoop buiten zichzelf heeft gekregen in die Persoon van de Middelaar. Het zou zo verblijdend zijn om dat eens te mogen zien. We zijn het nieuwe jaar weer ingegaan. We hebben de jaarwisseling weer mee mogen maken. Het kan onze laatste jaarwisseling wel zijn. Men wenst elkaar het beste toe. Maar om ontbonden te worden en met Christus te zijn, dat is zeer verre het beste. Het is toch niet te zeggen wat de Kerk tegemoet gaat. Het is niet uit te spreken wat een zaligheid God Zijn Kerk heeft bereid. Daarom zal het voor ons allen nodig zijn dat wat in het hart van de dichter leefde, ook bij ons te vinden zal mogen zijn: ‘En nu, wat verwacht ik, o Heere? Mijn hoop, die is op U.’
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==