7 Mijn metgezel is, spreekt de Heere der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden. Zacharia 13:7 15. De vredegroet van vorst Immanuël – Pasen 61 Als het dan avond was op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren, om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! Johannes 20:19 16. Opdat zij allen één zijn 65 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Johannes 17:20 17. Eeuwige en volkomen verlossing 68 Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is. Lukas 21:28 18. Een eeuwige, onuitsprekelijke zaligheid 71 Vrees niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven. Lukas 12:32 19. Een blijde boodschap 74 Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. Markus 16:16a 20. Onuitsprekelijke blijdschap – Hemelvaart 77 Dewijl wij dan een groten Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zone Gods, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. Hebreeën 4:14 21. Als wilgen aan de waterbeken 81 En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als wilgen aan de waterbeken. Jesaja 44:4 22. Onwrikbaar vast – Pinksteren 85 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, na-
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==