Bij Uw altaren

13 er maar van één kant verlossing komen. Daar klinkt ook de troost van het: ‘Doch de Heere’. Het is groot als dit in tijdelijke noden en zorgen een plaats verkrijgen mag. Het is echter van zo’n uitnemende waarde als de Heere ons laat kennen dat we krachteloos en machteloos zijn. Psalm 130 zingt daarvan: ‘Uit de diepten roep ik tot U, o Heere.’ Daar ziet het woordje ‘diepten’ ook op diepe wateren. Voor Farao was het een voor eeuwig omkomen in de diepten! Een ontdekte zondaar roept uit de diepten tot de Heere, voor Wie hij niet kan bestaan. Hij blikt omhoog en ziet: ‘Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.’ Dat kan nu alleen van Boven komen! Zo zingt Psalm 93 dat deze Heere in Zijn Godsregering, die Hij in gunst openbaart in de Zoon Zijner liefde, van de Vader in de wereld gezonden, zorgt voor de heiligheid van Zijn huis ‘waarmee Gij uw kinderen versiert’, zegt kanttekening 10. Dat staat in Zijn getuigenissen, die zeer getrouw zijn. Het is Zijn Woord, zeggen onze statenvertalers, dat de Heere gegeven heeft, ‘om te betuigen dat Gij onze God zijt’. Dat is nu alleen te verklaren in die enige Naam: Immanuël, God met ons. Zó gaat dat werk van de Heere onwederstandelijk voort. Door Zijn Geest bouwt Hij Zijn huis, steen voor steen. Hoe de rivieren ook bruisen en aanstoten, de Heere Die boven alles staat, zál ervoor zorgen dat Zijn Sion wordt toegebracht. Dat is de gegronde verwachting, ook voor het nieuwe jaar. Hij heeft er in Christus voor gezorgd dat Zijn Sion gewassen wordt van al die vuile zonden. O, dat witte kleed van Christus dat gelegd wordt op een doodschuldig volk! Het is ‘tot lange dagen’! Eens zal dat aanbreken, bij het sterven van Gods kinderen naar de ziel, bij de wederkomst van Christus naar ziel en lichaam. Dan komen Gods kinderen thuis en staan ze gewassen en gereinigd eeuwig voor de troon van God. Daar heeft de Heere, Die boven alles staat, Zijn Naam aan verbonden! Zijn getuigenissen zijn zeer getrouw.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==