15 Henoch openbaar gekomen. Samen met God wandelen, kan alleen als we wandelen op de weg waarop de Heere ook wandelt. Zo heeft de Heere bestraffend tegen Abraham gezegd in Genesis 17:1: ‘Ik ben God de Almachtige; wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht.’ De kanttekenaar zegt hierbij: ‘Zonder geveinsdheid, en met een oprecht hart Mij vertrouwende, en Mij als in Mijn tegenwoordigheid vrezende’. Het is een wonder als een kind aan de hand van zijn vader wandelt. Het was, zo zegt de kanttekening bij de tekst uit Genesis, een afgezonderd leven van de goddeloosheid en boze zeden van de wereld. Het is om jaloers op te worden. In vers 24 staat nog een keer dat Henoch met God wandelde. Nu wordt het niet gevolgd door ‘en hij stierf’. Bij Henoch staat: ‘en hij was niet meer, want God nam hem weg’. Paulus gebruikt in Hebreeën 11:5 een woord voor wegnemen dat de betekenis in zich heeft van ‘overgezet’. Henoch werd door zijn Vader als een kind opgetild en overgezet van de aarde naar de hemel. Dat zal wat geweest zijn voor bijvoorbeeld zijn aardse vader die op dat moment nog leefde. Opeens was Henoch niet (meer). Heeft Henoch zo netjes geleefd, dat hij op grond daarvan weggenomen en tot de Heere opgetild werd? Nee, want dan zou Noach, van wie ook gezegd wordt dat hij met God wandelde, ook weggenomen zijn zonder te sterven. Paulus legt het uit in Hebreeën 11:5 en 6. Henoch heeft vóór zijn wegneming getuigenis gehad dat hij God behaagde. Paulus zegt daarbij: ‘Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.’ Daar lag het geheim. Door het geschonken geloof dat de Heere in de wedergeboorte inplant, geloofde Henoch dat God is, dat wil zeggen: zoals Hij Zich in Zijn Woord openbaart. Dát is blijkbaar gebeurd toen zijn zoon geboren werd. Daarom sprak Henoch ook over Gods gericht (Judas:14, 15). We mogen daarbij denken aan de zondvloed die ook daadwerkelijk gekomen is. Judas past het toe op de wederkomst van
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==