Volkomen betaald

5 januari Zondag 1 Met lichaam en ziel Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben... In Adam hebben wij allen God, onze goede Schepper, verlaten. Daardoor zijn we allerhande ellendigheid onderworpen. Naar lichaam en ziel. De zondeval betreft de hele mens. Er zijn veel lichamelijke ziekten en zorgen. Wat is er veel ellende bij mensen. Misschien hebt u zo ook uw kruis. Soms zijn er veel innerlijke spanningen en angsten. Psychische nood kan groot zijn. De levenslast kan zwaar zijn. Misschien weet u daar ook wel van. Wie zal dan levenstroost bieden? De Heere Jezus kocht de Zijnen met lichaam en ziel. Dat bracht Hem in lichaamslijden en gaf Hem de angst der ziel. Maar Hij bleef zonder zonde en heeft overwonnen in Zijn opstanding. Zo is Hij Zaligmaker van de Zijnen naar lichaam en ziel. Daarom mogen ze met alle nooddruft in het natuurlijke en in het geestelijke bij Hem toevlucht zoeken. Werp al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. Soms wil Hij het kwade van ons weren, soms wil Hij het ten beste keren. De ene keer bewaart Hij voor benauwdheid, de andere keer is Hij in de benauwdheid bij hen. Zo mag het kind naar de Heere vragen; zo weet Hij van Zijn schaap. In de strijd van het leven wil de Heere door het geloof doen ervaren dat Hij van hen weet. Juist als ze zichzelf mogen verloochenen en aan de Heere mogen onderworpen worden en zijn. Dan wil Hij Zijn nabijheid en vertroosting betonen. En bij het sterven worden ze voorgoed verlost van het lichaam der zonde en van de machten van de boze. Christus heeft plaatsbekledend de helse angst doordragen. Hij is in de geestelijke dood geweest. Zo weet Hij de Zijnen hiervan te bevrijden en in de gemeenschap met God te leiden. Wat kunnen ze met vreze des doods bezet zijn. Dan missen ze alle troost. Maar als Hij het geloofsoog op Hem gaat richten, worden bergen vlak en zeeën droog. Hoe liggen deze zaken in ons leven? Lezen: 1 Petrus 5:1-9

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==