Volkomen betaald

1 januari Zondag 1 Samenvatting van de geloofsleer Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven? Eens stelde de Heere Jezus aan de discipelen een indringende vraag: ‘Wilt gijlieden ook niet weggaan?’ Petrus gaf een antwoord recht uit zijn hart. ‘Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens’ (Joh. 6:68). Hier bleek hoe het stond met zijn levensanker. Wat is ónze basis? Dat is beslissend in ons leven. In de eerste vraag van onze Catechismus wordt daarnaar gevraagd. ‘Wat is uw enige troost?’ Als het erop aankomt, wat is dan het houvast, het fundament van uw, van jouw leven? Vandaag denken velen daar het hunne van. Maar er is maar één werkelijk houdbaar fundament. Petrus bracht het zo onder woorden: dat bent U, Heere, in de woorden die U spreekt. Eigenlijk doet de kerk van alle eeuwen hetzelfde in haar belijdenis. Er wordt gevraagd naar haar enige troost. En dat in leven en sterven. Wat geeft nu werkelijk houvast? De kerk gaat dan belijdenis afleggen van het geloof in Christus haar Zaligmaker. En van de Drie-enige God. De Catechismus geeft een goede samenvatting van de geloofsleer zoals deze in de Bijbel staat. Mensen halen er soms van alles uit wat hen van pas komt. Daarom is het zo waardevol dat de kerk der eeuwen de hoofdzaken van de leer der apostelen en profeten in de Catechismus heeft weergegeven. Niet om iets in de plaats van de Bijbel te stellen. De Bijbel alléén is het Woord van God. Maar de kerk heeft hoofdpunten uit de leer van de Schrift in onze Catechismus samengebracht. Daarbij heeft ze door middel van verwijsteksten die eronder staan steeds verwezen naar waar dat in de Bijbel staat. De eerste christengemeente was ‘volhardende in de leer der apostelen’. Biddend waren ze dat. Want om echt de leer te verstaan en het geloof te belijden, is de Heilige Geest onmisbaar. Alleen de Geest maakt levend en leidt in de waarheid. Dat doet Hij vanuit het Woord. Deze hartenzaak is voor ons van levensbelang. En voor het sterven absoluut noodzakelijk. Heel persoonlijk. Verstaan we dat? Lezen: Johannes 6:60-69

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==