10 bewuste brief geschreven. Zelf had hij geen afschrift bewaard, maar toen hij de kopie las die ds. Stuivinga had meegebracht, herkende hij zichzelf er helemaal in. Werd de brief zoveel jaar later nog overgeschreven? Had hij dus meer nut gedaan dan alleen bij de mevrouw aan wie hij hem had geschreven? En, was het niet beter om de brief te laten drukken, dan dat hij steeds opnieuw werd overgeschreven, mét de risico’s dat er fouten in zouden sluipen. Bovendien kon hij nu het schrijven nog eens rustig doornemen en sommige zaken nog wat duidelijker zeggen. Stuivinga was er blij mee, zo blijkt uit zijn ‘Bericht van de uitgever’ dat eveneens in dit boek is opgenomen. Op 13 mei 1778 schreef hij dit ‘Voorberigt’ met de bede dat de brief van zijn geliefde medebroeder breder tot zegen zou zijn. De brief werd, net als andere publicaties van Appelius, gedrukt in Groningen door ‘T. en A. Spandaw, in de Zwanestraat, in de Nieuwe Atlas’, ofwel hartje Groningen, dicht bij de Groningse universiteit, waar zowel Stuivinga als Appelius hun opleiding hadden ontvangen. Geadresseerde Wie was de auteur van de brief? En wie was de geadresseerde? Het antwoord op de tweede vraag is het moeilijkst. Op de titelpagina van de eerste druk van de uitgave staat namelijk ‘Mevrouw ***’. Appelius begint de brief met de aanspraak ‘Hoogwelgeborene Vrouw’, een aanspraak die in het begin en het slot van de brief diverse keren voorkomt. Het betreft
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==