Goede raad voor een bekommerd hart

15 indien ik lust tot arbeid hadde, ik niet naar elders behoefte te gaan, maar hier nog werk konde vinden.’ Dit matigde bij hem de aandoeningen die er anders bij zo’n beroep uit een grote stadsgemeente hadden kunnen zijn. Groningen Ds. Appelius was dan ook helemaal niet blij toen het er in 1760 op leek dat hij in de stad Groningen zou worden beroepen. Groningen was een grote gemeente met tien predikantsplaatsen. Het was in die tijd vrij gebruikelijk om een beroep naar zo’n grote gemeente aan te nemen. Wie eenmaal in zo’n grote stad diende, ging er normaal gesproken niet meer weg, of er moest een beroep komen van een nog grotere en aanzienlijker stad (Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage). Het mogelijke beroep vanuit Groningen bracht Appelius tot de ontboezeming dat hij met het bericht, voor hem tot een ‘onuitdruklyken schrik’, in de eenzaamheid kwam, ‘om daar redding te zoeken, daar ik ze meermalen gevonden had. Myne knieën hadden den grond nog niet geraakt, toen my de raad van Paulus, Hebreeën 4 vers 16, met ene onuitdruklyke kragt, in myn harte nederdaalde. Ik beschouwde God, als gezeten op den throon der genade (…), daar niets dan genade wat te zeggen heeft.’ Appelius mocht rust vinden bij de Heere. Slepende twist Overigens bleek de bezorgdheid niet nodig te zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==