19 Oude vader Uitzonderlijk lang – zestig jaar – was Appelius predikant. Tijdens de laatste maanden van zijn leven begonnen de krachten hem te begeven. In de kerkenraadsnotulen staat aangetekend dat de ‘zwakken ouden vader Appelius’ werd bijgestaan door hulpprediker Georgius Albertus Abbring, die hem in Zuidbroek zou opvolgen. Op 26 september 1798 blies Appelius zijn laatste levensadem uit. Abbring leidde de rouwdienst met de bekende woorden uit Hebreeën 13:7: ‘Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben, en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.’ Op een aantal vragen geven de bronnen antwoord. Op de vraag hoe Appelius eruitzag echter niet. Er moet een portret van hem zijn geweest. Echter, zoon Johan Conraad bepaalde bij testament dat alle preekschetsen en preken, ook die van zijn vader, alsmede de portretten van zijn ouders en grootouders, na zijn overlijden moesten worden vernietigd. Aldus geschiedde. Strijdbaar auteur We keren terug naar de brief die Appelius schreef aan een gemeentelid met zielenvragen. Het schrijven is gedateerd 6 november 1755. Appelius was inmiddels vier jaar predikant in Zuidbroek. Hij had nog geen publicaties op zijn naam staan. De bewuste brief verscheen pas in 1778 in druk. In die tussenliggende jaren ontpopte Appelius zich juist als een vruchtbaar én strijdbaar auteur.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==