Zie, hij bidt

12 is. Abraham bidt als een onwaardige tot de Heere. Hij voelt dat Hij hem zo weg kan blazen, zoals stof en as wegwaait in de wind. Een mens is zo klein en nietig, en de Heere is zo groot, zo heilig. Dat voelt Abraham heel sterk. Toch houdt hij aan in het gebed. Abraham weet dat de Heere recht doet. Als Abraham voor Sodom bidt, weet Hij dat God recht zal doen over Zijn volk. Hij zal Zijn volk niet laten omkomen. Je hebt misschien weleens gehoord van een man uit het Réveil, Isaäc da Costa. Hij schreef: ‘De rechtvaardigen zijn de kurken waar het land op drijft, zonder welke het zinken zou.’ Waren er nog wel tien rechtvaardigen in Sodom? Als die er waren geweest, zou de Heere deze stad niet hebben omgekeerd. Het is dus niet onbelangrijk of er kinderen van de Heere zijn, voor wie Hij bijzonder zorgt. Uiteindelijk ging de Heere weg van Abraham. Er waren er geen tien meer! Het oordeel kon niet uitblijven. Hoewel Lot uit Sodom geleid werd, en zijn familie, werden de steden toch omgekeerd. Hoewel Abraham in dit gebed voor het aangezicht van de Heere een type, een voorbeeld, was van de grote Voorbidder Christus, kon hij het oordeel niet afwenden. Wel wil ik je wijzen op de Voorbidder, Jezus Christus. Abraham bleef staan. Jezus Christus heeft Zich geheel voor hen overgegeven, en bidt nog steeds voor Zijn Kerk, die Hij van Zijn Vader ontvangen heeft. Hij blijft als het ware staan voor Zijn Vader en bidt dat Zijn kinderen in het verderf niet zullen komen, omdat Hij voor hen verzoening heeft gevonden in Zijn gerechtigheid. Hij is méér dan Abraham! Is Hij al jouw Voorbidder?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==