11 ‘Je zei “Dat moeten we vaker doen”.’ ‘Zei ik dat echt hardop?’ vraagt Tamar ongelovig. Als mama en Hanna knikken, moet ze het wel geloven. ‘Ik dacht aan verstoppertje spelen in de tuin,’ lacht ze dan. ‘Hoe kom je dáár nou bij?’ roept Eva. ‘Door jou. Omdat jij zei dat je het leuker vindt als iedereen er is,’ legt Tamar uit. Eva schudt haar hoofd. ‘Dan snap ik het nog niet, maar dat geeft niet.’ Hanna houdt haar hoofd scheef en ze steekt luisterend haar vinger op. Ze horen het geluid van een auto. ‘Daar komt papa aan.’ Na het eten is het de beurt van Tamar om de vaatwasser in te pakken. Als ze daarmee klaar is, loopt ze naar buiten om nog even bij Juul en Bella te kijken, die dicht bij elkaar staan in de paardenwei. Juul is al heel oud voor een pony. Bella is wat jonger, maar ze is ziek geweest en nu niet meer sterk genoeg om lespaard te zijn op de manege. Daarom mag ze van haar oude dag genieten bij Tamar en Lydia in het paardenweitje. De pony en het paard zijn goede vriendjes geworden. Gelukkig maar, denkt Tamar, want Juul miste haar ponyvriendje Bonky heel erg. Zelf missen ze de oude pony ook. Daarom hebben ze de kleine stal ‘Bonky’s place’ genoemd. Het huisje van opa Visser noemden ze al het Vissershuisje, dus toen ze daar een naambord voor wilden maken, hoefden ze er niet lang over na te denken. Dat bleef gewoon het Vissershuisje. Tamar draait zich om naar het huis. Dat heeft ook een naam gekregen: Nostra Casa. Ons huis betekent dat. En dat is het ook! Eerst zijn ze er als gezin komen wonen: papa, mama, haar broer Micha, haar zus Lydia en haar tweelingzusjes Eva en Hanna. Juul en Bonky waren hier toen al. Later kwam Michel bij hen wonen en nog wat later opa Visser en daarna Bella. Tamar zucht. Eerst werd het hier alleen maar drukker, maar nu gaan er juist steeds meer dieren en mensen weg.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==