14 een kwartier gaat de deur open en steekt Fleur haar hoofd om de hoek van de deur. Ze kijkt verontschuldigend naar Rolf, de leraar van wie ze allemaal weten dat hij er een hekel aan heeft als mensen te laat in de les komen. Hij is in staat om Fleur niet toe te laten in de les. Dapper van haar om het toch te proberen, denkt Lydia, terwijl Fleur intussen in het Engels haar excuus maakt. Rolf laat haar niet uitpraten en zegt dat ze snel moet gaan zitten. Fleur knikt dankbaar. Vlug gaat ze op het lege plekje naast Lydia zitten. Dan ziet Lydia wat Rolf waarschijnlijk al eerder kon zien. De kleren van Fleur zijn vies, haar tas is beschadigd en op Fleurs hand zit een flinke schaafwond. ‘Joh, wat is er gebeurd?’ fluistert Lydia. ‘Bijna-aanrijding met een fatbike, daardoor viel ik. Gelukkig heb ik mijn tekentablet vandaag niet bij me. Die had het misschien niet overleefd.’ ‘Die fatbikes rijden superhard,’ weet Lydia. ‘Heeft iemand naar je hand gekeken?’ ‘Het gaat wel, hoor,’ glimlacht Fleur en ze kijkt naar Rolf. Wil Fleur gewoon opletten of wil ze er verder niet over praten? Misschien allebei, denkt Lydia. Ze neemt zich voor om na de les nog een keer te vragen of het wel gaat. Moet er geen gaasje op die wond? Of een verbandje? Het bloedt niet echt meer, maar de wond is wel vochtig. Lydia geeft Fleur een papieren zakdoekje. ‘Om te deppen,’ fluistert ze. Fleur knikt dankbaar. Als de les is afgelopen, is Lydia niet de enige die bezorgd aan Fleur vraagt of het wel goed gaat. Gezamenlijk overtuigen ze haar ervan dat ze er goed aan doet om de schaafplek te laten verzorgen. Lydia loopt even met haar mee. De conciërge haalt een flinke EHBO-doos tevoorschijn en gaat aan de gang met spul om de wond te ontsmetten, gaasjes en een verbandje dat hij met lange repen leukoplast vastplakt. Hij zegt tegen Fleur dat ze haar hand een beetje omhoog moet houden, zodat die niet
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==