helpt niet. Dan springt de kikker zo weer de straat op. En dan is buurman Knor zijn kikker kwijt. Dat is zielig voor de buurman. En natuurlijk helemaal voor de kikker. Tim staart naar het huis van de buurman Knor. Weet je wat? Hij belt gewoon aan. Als Tim aanbelt, beweegt het gordijn bij het grote raam. Stond buurman Knor daar nou? Hij doet niet eens open. Nou ja, zeg. Moet Tim de kikker dan toch weer terugzetten bij de vijver? Er rijdt een auto door de straat. Tim voelt een rilling in zijn lijf. Straks is de kikker plat, dat mag echt niet. Opeens weet Tim wat hij moet doen. Hij bukt en duwt de klep van de brievenbus omhoog. Zo is de kikker veilig en buurman Knor ook blij. Heel voorzichtig schuift Tim de kikker door de gleuf naar binnen. ‘Wat doe je, boefje van me?’ roept iemand. Tim kijkt om. Oma Theo remt met haar scootmobiel en zwaait. ‘Een verrassing!’ zegt Tim vrolijk. ‘Voor buurman Knor.’ ‘Ah, dat zal hij leuk vinden.’ Tim lacht blij. ‘Dat denk ik ook.’ 10
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==