Je mag er zijn

12 Tot haar verbazing was hij bij het kampvuur naast haar gaan zitten. Hij stelde zich voor als Joshua. Ze stamelde van schrik haar naam en verder bleef het stil. Maar het had hem niet weerhouden om te blijven zitten. Na die eerste tien minuten die hij naast haar volhield, hebben ze die avond eindeloos gekletst. Over van alles en helemaal niks. Oh, wat baalde ze ervan dat ze de dag erna naar huis zouden gaan. Had ze eindelijk iemand gevonden waar ze eindeloos mee kon kletsen. En nog een knappe jongen ook. Nee, die nacht heeft ze geen oog dichtgedaan. Steeds maar weer hield ze zich voor dat ze hem toch nooit meer zou zien. Daar kon zelfs het uitwisselen van telefoonnummers niets aan veranderen. Lisanne slaakt een zucht. Inmiddels is ze bij het volgende schap aangekomen. Gelukkig spreekt ze Joshua nog weleens via de app. Nu het schoolleven weer voor de deur staat, merkt ze dat Joshua naar de achtergrond schuift. Morgen starten de lessen weer. Pff, ze kijkt nu al uit naar de volgende vakantie! Dan hoort ze ineens voetstappen aankomen. Iemand zegt iets. Lisanne kijkt op en ziet aan de andere kant van het gangpad Levi staan. Snel bukt ze zich voorover en gaat ijverig aan de slag. Ze heeft geen tijd voor dromerijen. Straks laat ze nog een doos eieren vallen. Nee, ze kan beter goed haar hoofd erbij houden. Dit baantje heeft ze maar al te hard nodig. Zo breed hebben ze het thuis niet. Het weer past bij haar humeur, schiet het door Lisanne heen als ze zich de volgende dag klaarmaakt voor school. Een guur en winderig weertype heeft het zomerse zonnetje resoluut verdrongen. Rillend in haar dunne zomerjas brengt ze haar fiets in beweging. Oh, wat moest ze vanmorgen op gang komen. Maar goed dat de eerste les van het nieuwe schooljaar pas om tien uur begint. Anders had ze het vast voor elkaar gekregen om te laat te komen. Een windvlaag speelt met haar blonde haren. Ze verlangt terug naar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==