14 ‘Dag mensen,’ klinkt de heldere stem van mevrouw Bakker. ‘Hoe is het?’ Opnieuw voert Laurens het hoogste woord. Mirthe en Sara praten maar wat graag mee. Mevrouw Bakker glimlacht en doet de deur van het lokaal van slot. ‘Ik hoor het al. Jullie hebben je wel vermaakt. Nou jongens, dan wordt het nu weer tijd om aan de slag te gaan.’ Een storm van protest klinkt. Ook Lisanne doet eraan mee. Onvoorstelbaar eigenlijk dat er mensen zijn die het leuk vinden om op een school te werken. Het lijkt haar een hopeloze zaak. In het lokaal zoeken haar klasgenoten een plekje. In een mum van tijd weet iedereen elkaar te vinden en zijn alle tweetallen gevormd. Lisanne staat er een beetje beduusd bij te kijken. Alleen het plekje vooraan in de middelste rij is nog vrij. Zit ze tóch weer alleen. Ieder jaar neemt ze zich voor om direct een plekje te kiezen, zodat ze niet overblijft en toch overkomt het haar nu weer. Ze kijkt om zich heen. Hé... In de deuropening staat een meisje alles te bekijken door een grote ronde bril met een zwart montuur. Hij past precies bij de kleur van haar haren en haar ogen. Lisanne neemt haar nauwgezet in zich op. Het meisje loopt naar haar toe en steekt haar hand uit. ‘Hi, ik ben Joy en wie ben jij?’ zegt ze met een zachte stem. Lisanne slikt. Ze aarzelt. De stem van het meisje klinkt vriendelijk genoeg, maar dat accent? Dan steekt ze haar hand uit. Het maakt toch niet uit hoe iemand praat? ‘Hoi, ik ben Lisanne,’ mompelt ze. Ondertussen kijkt ze over haar schouders waar de andere meiden zijn gaan zitten. Misschien is er nog een plekje vrij. Vanuit haar ooghoeken ziet ze Tim iets gebaren naar zijn vriend Coen. Hij bootst met zijn vingers een bril op zijn neus na. Het is wel duidelijk wat hij daarmee bedoelt. Wacht, voor Laurens en Sander is nog een lege tafel. Met grote
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==