Een topvakantie voor Paulien

Een TOPVAKANTIE voor Paulien Thea Zoeteman DEN HERTOG - HOUTEN

© 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3365 7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 HOOFDSTUK 1 Met een klap valt de schooldeur achter Paulien dicht. Uitgelaten gooit ze haar schooltas in de lucht en probeert die op te vangen. Ze grijpt mis en met een plof komt het ding op de harde tegels van het plein terecht. ‘Kijk uit,’ waarschuwt Carola. Paulien grinnikt. ‘Waar moet ik voor uitkijken?’ Ze raapt haar tas op en gooit hem opnieuw in de lucht. ‘De inhoud is lucht. Dusss...’ ‘Wil je de tas niet meer gebruiken?’ vraagt Carola. Paulien haalt zorgeloos haar schouders op. ‘Ik hang hem als relikwie aan de kast in mijn kamer. Dan kan ik er dagelijks naar kijken en met heimwee aan school terugdenken.’ ‘Heimwee?’ Anne komt er nu ook bij. ‘We gaan toch een vervolgopleiding doen? Voorlopig zijn we nog niet klaar. En eerst moeten we afwachten of we geslaagd zijn.’ ‘Ja, misschien krijgen we een her.’ Carola trekt een grimas. ‘Pessimist.’ Paulien schudt hardnekkig haar hoofd. ‘Natuurlijk slagen we allemaal.’ ‘Ik vond het examen van Nederlands vanmorgen best pittig. En jullie?’ Carola kijkt haar vriendinnen vragend aan. ‘Ik ook,’ geeft Anne toe. ‘Maar dat vond ik met de andere examens ook. Er werden vragen gesteld die niet eens in onze lesstof voorkwamen.’ ‘Dat waren doordenkertjes,’ weet Paulien. ‘Zo werkt dat nou eenmaal.’

6 ‘Kan zijn, maar ik vind het toch niet eerlijk.’ Annes stem klinkt gefrustreerd. ‘Als we geslaagd zijn, organiseren we een examenfeestje,’ zegt Paulien enthousiast. ‘Gaaf! Doen we!’ Carola’s ogen glinsteren. ‘Goed idee.’ Anne steekt allebei haar duimen op. ‘Zo superfijn dat we de examens achter de rug hebben. Als er geen her komt, hebben we nu al vakantie. Beseffen jullie dat wel?’ Paulien zwaait nog eens met haar tas. ‘Drie maanden!’ joelt Carola. ‘Hoe komen we die door?’ ‘Dat gaat nog een probleem worden,’ grinnikt Anne. Ze lopen de fietsenstalling binnen. Paulien blijft staan en zoekt in haar tas. Dan houdt ze hem ondersteboven. ‘Ben je iets kwijt?’ vraagt Anne. ‘Ja, mijn fietssleuteltje.’ ‘Je tas is leeg, dus dan moet dat sleuteltje toch makkelijk te zien zijn?’ vraagt Carola. Paulien schudt nog een keer aan haar tas en kijkt dan rond. Nee, nergens een fietssleuteltje te zien. Ze loopt het plein nog een keer over en speurt tegel voor tegel af. ‘En? Heb je hem?’ vragen Anne en Carola tegelijk als ze weer terugkomt in de fietsenstalling. ‘Nee, noppes. Waar is dat ding toch gebleven?’ ‘Heb je het misschien in een van je zakken gestopt?’ vraagt Anne. Paulien kijkt Anne even glazig aan. Dan slaat ze met haar hand tegen haar hoofd. ‘O chips... Ja, natuurlijk.’ Ze zoekt in de zak van haar rok en haalt het sleuteltje tevoorschijn. Ze houdt het triomfantelijk in de hoogte. ‘Echt wat voor jou,’ grinnikt Anne. ‘Als jouw hoofd niet vastzat, was je dat ook nog kwijt.’

7 Paulien doet een uithaal naar Anne en loopt naar haar fiets. ‘Weet je wat ik als eerste ga doen als ik thuis ben?’ Carola trekt haar fiets uit de standaard. ‘Nou?’ ‘Met een megagroot ijsje op de vlonder zitten, met mijn voeten in het water.’ Paulien klakt met haar tong. Pauliens enthousiasme steekt Anne meteen aan. ‘Kunnen we niet met je mee? Ik heb ook zin in ijs.’ ‘Laten we met z’n allen nog een keer bij De IJskoning een ijsje eten. Kunnen we mooi het schooljaar met elkaar afsluiten,’ stelt Paulien dan voor. ‘Goed idee,’ vindt Carola. Ook Anne is er gelijk voor te vinden. ‘Maar ons groepje is nu niet compleet. Waar is iedereen?’ Op dat moment komen Nadia en Nienke naar buiten. ‘Geen examens meer!’ roept Nadia uitgelaten als ze de fietsenstalling binnenkomt. ‘Zooooveel zin in vakantie! Maar ook wel een beetje jammer dat onze schoolperiode voorbij is. Ik vond het een superleuke tijd.’ ‘Als een van ons gezakt is, dan is de schooltijd voor die persoon nog niet voorbij,’ doet Carola somber. Het levert haar verontwaardigde blikken op van de andere vriendinnen en ze praten nu allemaal door elkaar heen. ‘Leuk ben jij...’ ‘Heb je niets anders...?’ ‘Ha, jij bent de grappigste van ons allemaal...’ Carola grijpt naar haar hoofd. ‘Wat heb ik gezegd?’ ‘Iets vreselijks.’ Nadia zendt haar een verontwaardigde blik. ‘Zeg dat nooit meer.’ Paulien grinnikt. Nadia kan soms zo lekker overdrijven. ‘We slagen allemaal,’ zegt Carola. ‘En zo niet, dan hebben we een her en slagen we alsnog. En daarna gaan we een examenfeestje regelen. Zo beter?’

8 ‘Veel beter.’ Nadia lacht. ‘En waar is dat feestje dan?’ ‘Bij mij.’ Paulien duwt haar lege rugtas onder de snelbinders. ‘Als jullie het leuk vinden natuurlijk.’ ‘Ja, duhuh... hoe kun je dat nog vragen?’ Nienke schudt haar hoofd. ‘De vorige keren dat jij je verjaardag vierde, was het ook superleuk en gezellig.’ ‘Nou, gezellig...’ Pauliens mondhoeken gaan naar beneden. Aan de gezichten is te zien dat iedereen gelijk weet wat ze bedoelt. Tijdens het vorige feestje bij Paulien thuis was er brand uitgebroken op de vlonder. Wat waren ze toen geschrokken. Maar gelukkig viel het achteraf mee en waren er geen gewonden. Later ontstonden er steeds meer branden. Het ergste was nog dat de manege was afgebrand waar Noa een verzorgpony had. Wat een ramp was dat! Gelukkig is er weer een nieuwe manege en zijn er veel nieuwe paarden bij gekomen. Maar ze zullen het nooit meer vergeten. ‘Waar is Noa eigenlijk?’ Carola kijkt om zich heen. ‘Die kan nog geen afscheid nemen van school,’ grinnikt Nienke. ‘O kijk, daar komt ze.’ De schooldeur zwaait open en ook Noa rent nu naar buiten. ‘Vakááántie!’ ‘Dat wisten we nog niet,’ grinnikt Carola. ‘Ga je mee, een ijsje eten?’ ‘Ja, gezellig. Laten we er extra van genieten, want het is de aller- allerlaatste keer dat we als vriendinnengroep met elkaar zijn,’ doet Noa dramatisch. ‘Natuurlijk niet. We blijven contact houden, toch?’ Anne kijkt vragend de kring rond. ‘Natuurlijk...’ ‘Zeker weten...’ ‘We laten elkaar niet in de steek,’ vertolkt Nadia nog eens hun gedachten. ‘Maar eerst moeten we de uitslagen afwachten.’ Carola maakt een

9 afwerend gebaar naar haar vriendinnen alsof ze zichzelf moet beschermen. ‘Nee, nee, niet boos worden. We slagen allemaal. Dat zei ik toch? Maar eerst...’ ‘Ja, ja, ja, ja...’ Nienke duwt Carola op de fiets vooruit. ‘We gaan met z’n allen een ijsje eten bij De IJskoning. Wie gaat er mee?’ Vijf minuten later zetten ze hun fietsen bij de ijssalon. Met z’n zessen gaan ze naar binnen. De kleine ruimte is gelijk vol. Pauliens ogen glijden over de vele soorten schepijs die daar onder de vitrine liggen. Witte chocolade, vanille, banaan, yoghurt, cheesecake, kersen, stracciatella, mokka, pistache... ‘Kiezen jullie maar eerst,’ zegt ze. ‘Dan kan ik even nadenken over welke smaken ik neem.’ ‘Jij hebt alle smaken al een keer geprobeerd,’ plaagt Nienke. ‘Nu moet je ondertussen toch wel weten welke de lekkerste zijn?’ ‘Nee, het blijft keuzestress,’ grinnikt Paulien. Als ze dan toch eindelijk hun keuze gemaakt hebben, zoeken ze, al likkend aan hun ijsje, een plekje buiten in de schaduw. ‘Drie maanden vrij...’ Carola steekt beide armen in de lucht, met het ijsje in haar ene hand. ‘Dat is toch fantastisch? Wat gaan jullie allemaal doen?’ ‘Ik ga met mijn nichtje een week op kamp en daarna met mijn ouders twee weken naar Noorwegen,’ begint Nienke. ‘Tom en ik gaan kinderkampen leiden op de manege, samen met nog een groepje ruiters.’ Noa’s ogen stralen al bij het vooruitzicht. ‘We hebben er megaveel zin in.’ ‘Dat snap ik,’ knikt Paulien. ‘Het is een prachtige plek om vakantie te houden. Als je dan ook nog kinderen een leuke tijd kunt bezorgen, is dat echt heel gaaf.’ ‘Bijna de hele vakantie,’ vertelt Noa lachend. ‘Dus ik hoef me niet te vervelen.’ Paulien kijkt dromerig voor zich uit. Ze vindt het zo leuk voor Noa

10 dat ze kinderkampen gaat leiden op de manege. Vooral na alles wat Noa daar heeft meegemaakt. Ze willen die nare tijd zoveel mogelijk vergeten, maar dat lukt helaas niet altijd. ‘Toch, Paulien?’ Paulien schrikt op uit haar gedroom. ‘Wat zei je?’ ‘Was jij even ver weg met je gedachten.’ Anne kijkt haar plagend aan. ‘We vroegen wat jij in de vakantie gaat doen.’ ‘Niks, natuurlijk.’ Paulien maakt een wuivend gebaar met haar hand. ‘Nee hoor, geintje. Ik weet het nog niet precies. Ik ga sowieso de eerste twee weken van augustus met mijn ouders, broer en zijn vriendin naar Frankrijk.’ ‘Maar dan heb je nog heel veel weken over,’ merkt Carola op. ‘Niks doen verveelt snel.’ ‘Bij mij niet.’ Paulien grinnikt om het verbouwereerde gezicht van Carola. Zij neemt altijd alles zo serieus. Snel gaat ze verder: ‘Ik zoek nog vakantiewerk, maar tot nu toe heb ik niks naar mijn zin gevonden. Als jullie iets voor me weten, houd ik me aanbevolen.’ ‘In de supermarkt hebben ze nog vakkenvullers nodig.’ Nienke hapt van haar wafel. ‘Dus daar zou je het kunnen proberen.’ ‘Niks voor mij.’ Paulien maakt een achteloos gebaar met haar hand. ‘Na een dag gaat dat werk me al vervelen. Ik wil iets wat uitdagender is.’ ‘In het verzorgingshuis hebben ze ook vakantiewerk genoeg,’ weet Anne te vertellen. ‘Kamers schoonmaken, eten opscheppen in de keuken, met de bewoners gaan wandelen, eh...’ ‘Ja, Paulien.’ Carola likt haar vingers af. ‘Dat past bij jou. Jij wilt toch de opleiding Verzorgende-IG gaan doen?’ ‘Mjah...’ Paulien heeft haar mond vol met ijs en kan niet goed antwoorden. ‘En jij kunt goed met mensen omgaan,’ valt Nienke Carola bij. ‘Ik denk dat het werk in een verzorgingshuis jou wel ligt.’ ‘Ik wil het liefst echt in de verzorging werken.’ Paulien heeft haar

11 mond weer leeg. ‘Dus liever niet in de keuken en niet in het huishouden.’ Nadia grinnikt. ‘Jij hebt nogal wat wensen.’ ‘Dat mag toch?’ Paulien maakt van het bijgeleverde servetje een prop en met een welgemikte worp gooit ze die in de prullenbak. ‘Het vakantiewerk moet wel aansluiten bij mijn vervolgopleiding en dat is dus verzorging. Wat ga jij in je vakantie doen, Carola?’ Ziezo, nu is de aandacht mooi van haar afgeleid. Ze is benieuwd naar de plannen van haar vriendinnen. ‘Mijn oom en tante hebben een boerderijwinkel,’ vertelt Carola. ‘Daar ga ik de eerste drie weken van de vakantie werken. Echt gezellig. Ze verkopen zelfgemaakte yoghurt, kaas, eieren...’ ‘Maken ze die eieren ook zelf?’ grapt Nadia. ‘Ik bedoel natuurlijk eieren van hun eigen kippen,’ gaat Carola onverstoorbaar verder. ‘Mijn tante bakt ook taarten, die ze in het winkeltje verkoopt. Daar mag ik bij helpen. Met bakken en verkopen.’ ‘Kijk, dat lijkt me nou leuk werk.’ Paulien is gelijk helemaal enthousiast. ‘Dat is wat ik zoek. Hebben ze nog meer vakantiewerkers nodig?’ Carola schudt haar hoofd. ‘Nee, het winkeltje is niet groot. Mijn nichtje werkt daar al en mijn tante natuurlijk.’ ‘Als ze niet bakt,’ grinnikt Nadia. ‘Precies.’ Carola knikt. ‘Maar mijn tante heeft nog veel meer te doen op de boerderij, dus ze vindt het fijn dat ik kom helpen.’ ‘Kun je echt niet vragen of ik ook mag helpen?’ probeert Paulien nog een keer. ‘Dan kom ik taarten bakken. Dat kan ik goed, al zeg ik het zelf. Kaas en yoghurt maken valt te leren en als ik dat allemaal voor hen maak, kunnen ze nog meer verkopen dan anders.’ Carola lacht. ‘Ik zal het tegen mijn tante zeggen, maar ik denk niet dat ze het nodig vindt. Je kunt wel een keer komen kijken.’ ‘Dat doe ik.’ Pauliens stem klinkt vastberaden. ‘Is het hier dichtbij?’

12 ‘Ze wonen in Friesland.’ Paulien laat zich met een zucht onderuitzakken op haar stoel. ‘Laat maar. Dat is te ver weg. Of je oom en tante moeten zo vriendelijk zijn om mij kost en inwoning te geven.’ ‘Dat is leuk. Dat willen wij ook wel,’ valt Anne haar bij. ‘Dan gaan we met onze hele vriendinnengroep naar Friesland. Zeker weten dat je oom en tante gelijk een grotere omzet maken.’ ‘Of niet.’ Carola grinnikt. ‘Ze zien ons al aankomen met z’n zessen. Maar een keer komen kijken, mag natuurlijk altijd. Het is daar echt heel leuk.’ ‘Dat geloof ik.’ Paulien kijkt dromerig voor zich uit. ‘Het lijkt me gaaf om een oom en tante te hebben met een boerderij en een winkel.’ Carola knikt. ‘Dat is het ook.’ ‘En we kunnen het hun makkelijk maken door allemaal een tent mee te nemen,’ stelt Paulien voor. ‘Ik ga ervan uit dat er weiland genoeg is om de boerderij. Plek genoeg om te kamperen.’ ‘Hè ja,’ valt Nienke enthousiast bij. ‘Dat is een supergoed idee. Gezellig tussen de koeien.’ ‘Nee, dank je.’ Nadia schudt haar hoofd. ‘Dan ga je de tent uit en stap je midden in een koeienvlaai.’ ‘Of er steekt een koe onverwachts haar kop tussen het tentdoek,’ giechelt Paulien. ‘Gezellig.’ ‘Maar dat is juist het boerenleven.’ Carola’s ogen schitteren. ‘Een leukere kampeervakantie kun je niet hebben.’ ‘Dus Carola gaat bij haar oom en tante in de boerderijwinkel werken.’ Paulien draait zich naar Nadia die naast haar zit. ‘En jij, Nadia?’ ‘Ik ga logeren bij mijn oom en tante die in Zwitserland wonen.’ ‘Gaaf!’ zegt Carola. ‘Je zou maar een oom en tante in Zwitserland hebben. Ik zou daar iedere zomer zitten.’ Nadia lacht. ‘Dat doe ik ook. Ik ben er bijna de hele zomervakantie.’

13 ‘Ik ben jaloers op jou.’ Carola kijkt dromerig naar Nadia. ‘Geef mij ook zo’n oom en tante. En jij? Wat ga jij doen, Anne?’ vraagt ze dan. ‘Ik ga vakantiewerk doen bij de Hema. En daarna een paar weken kamperen met twee nichtjes in de Belgische Ardennen.’ ‘Dat is ook superleuk,’ vindt Carola. Het ijs is op en de vriendinnen besluiten om nu echt naar huis te gaan. Paulien voelt zich een beetje melancholisch als ze afscheid neemt van haar vriendinnen. Al zullen ze elkaar niet uit het oog verliezen, toch gaat het anders worden. De gezelligheid met elkaar in de klas is voorbij. Ze gaan allemaal een vervolgopleiding doen, maar alleen zij en Anne hebben gekozen voor Verzorgende-IG, op het Hoornbeeck College. Ze heeft er zin in, maar nu moet ze eerst de uitslagen van de examens afwachten. En dan... vakantie! Als ze thuiskomt, zijn opa en oma er. Gezellig! Ze kijkt de grote, zonovergoten tuin over. Haar ouders hebben een zitje gemaakt dicht bij de waterkant. Opa en oma genieten zichtbaar van het uitzicht. Paulien omhelst haar grootouders en schuift er een makkelijke stoel bij. ‘Wat ga je nu met al je vrije tijd doen?’ Opa’s stem klinkt plagend en hij wijst naar de roeiboot, die de naam Beschuitje draagt en met een ketting aan de steiger vastligt. ‘Zwemmen en varen zeker?’ ‘Dat zal zeker gebeuren.’ Paulien knikt enthousiast en kijkt naar de kabbelende golfjes van de brede vaart. Daarachter liggen de weilanden waarop de koeien grazen. Dit uitzicht zal haar nooit vervelen. Hopelijk blijven haar ouders hier nog heel veel jaren wonen. Haar moeder komt met een dienblad aanlopen met daarop een thermoskan, bekers en een schaaltje met plakken cake.

14 ‘Ha Paulien, hoe was je laatste examen?’ Paulien pakt een plak cake van de schaal. ‘Ik hoop dat ik hem goed heb gemaakt. Het was best moeilijk. Hopelijk heb ik het niet met dit laatste examen verknald.’ ‘Je hebt keihard geleerd,’ weet oma. ‘Als je zakt, komt dat niet doordat je niet je best hebt gedaan.’ Paulien laat haar slippers op haar tenen balanceren. ‘Nee, dat klopt, oma. Ik kon er soms ’s nachts niet van slapen, zoveel was ik met de examens bezig.’ ‘Wanneer hoor je de uitslag?’ vraagt opa. ‘16 juni. Dus ik moet nog twee weken geduld hebben.’ Paulien springt alweer op. ‘En o ja, mam, ik heb met mijn vriendinnen afgesproken dat we hier een examenfeest houden als we allemaal slagen.’ Moeder kijkt haar aan met een frons boven haar ogen, maar in haar ogen blinken pretlichtjes. ‘En dat regel jij zonder eerst met papa en mij te overleggen?’ Paulien haalt haar schouders op. ‘Ik dacht dat jullie het goed zouden vinden.’ ‘Ik zou het fijn vinden als je dat gewoon eerst met mij en papa bespreekt. Dat heb je altijd gedaan,’ zegt moeder. ‘Maar laten we nog maar niet op de zaken vooruitlopen. We zullen eerst de uitslag van je examen afwachten.’ Haar moeder wil koffie voor haar inschenken, maar Paulien springt snel op. ‘Nee mam, geen koffie en ook geen thee. Ik haal iets kouds uit de koelkast.’ Ze loopt de grote tuin door naar de keuken. Dankzij haar vader is de tuin een plaatje, met de terrassen voor en achter. Aan het begin van beide terrassen staan de rozenbogen vol met rode en witte rozen. Langs het pad dat van het ene terras naar het andere loopt, bloeit paarse lavendel, die druk bezocht wordt door insecten. Aan weerszijden van de keukendeur staat een mand met daarin

15 bloeiende witte hortensia’s. Midden in de tuin staan enkele fruitboompjes en vlinderstruiken. In de keuken schenkt ze een glas vol met ijsthee. Gulzig drinkt ze ervan. Ze kan wel blijven drinken met dit weer. Als ze terug is, vangt ze net de laatste zin van oma op: ‘Gelukkig was een operatie niet nodig.’ Terwijl Paulien weer in de tuinstoel gaat zitten, kijkt ze vragend naar oma: ‘Wie had er geen operatie nodig?’ ‘Heb je het nog niet gehoord?’ Oma’s ogen staan bezorgd. ‘Lize is gisteren gevallen met haar fiets en heeft haar pols gebroken. Ze is heel lelijk terechtgekomen op de stoeprand en ze dachten eerst aan een gecompliceerde breuk. Er zijn foto’s genomen en daaruit bleek dat ze een dubbele breuk had. Het bot zat gelukkig nog wel netjes tegen elkaar. Ze heeft nu voor zes weken haar arm in het gips.’ ‘Pff,’ blaast Paulien. ‘Wat naar voor haar. En dat net voor de vakantie. Ik zal haar straks een appje sturen.’ In gedachten ziet ze het vrolijke, lachende gezicht van haar nichtje, met wie ze maar een jaar scheelt. Echt heel vervelend voor haar. ‘Ja, het is zo’n tegenvaller,’ gaat oma verder. ‘Ze zou, net als vorig jaar, met haar vriendin naar Oostenrijk gaan. Daar zou ze vier weken vakantiewerk gaan doen in het appartementenverblijf Edelweiss. Nu kan dat niet doorgaan.’ ‘Ach ja, dat is waar,’ herinnert Paulien zich. ‘Ze was vorig jaar heel enthousiast over die werkvakantie toen ze weer terug was. Het moet daar fantastisch zijn. Dat huis staat in Karinthië, toch?’ ‘Ja.’ Oma knikt. ‘Zo sneu voor haar dat dit ongelukje gebeurde. Ze was helemaal in tranen.’ Paulien staat op. ‘Ik ga haar bellen.’ Ze loopt naar het eind van de vlonder. Daar gooit ze haar slippers uit en laat ze zich op het randje zakken. Haar voeten steekt ze in het water. Heerlijk koel is dat. Aan de overkant van de vaart lopen de koeien, die nieuwsgierig

16 dichterbij komen. Met hun grote, donkere ogen kijken ze haar nieuwsgierig aan. ‘Dag Bella, dag Truus, dag Klaartje. Hebben jullie het ook zo warm?’ Ze grinnikt als een van de koeien begint te loeien. ‘Boehoe...’ roept ze uitgelaten terug. Dan pakt ze haar telefoon en toetst het nummer van haar nichtje in. Al snel wordt er opgenomen. ‘Hai Paulien, wat leuk dat je belt. Heb je het al gehoord?’ ‘Hoi Lize. Opa en oma zijn hier. Oma vertelde dat jij was gevallen en nu met een gebroken pols zit. Balen voor je. Heb je veel pijn?’ ‘Nou, best wel.’ Lize slaakt hoorbaar een zucht. ‘Gelukkig minder dan gisteren. Toen was het echt heftig. Zo balen dat ik mijn evenwicht verloor met mijn fiets. In één klap lag ik op de straat, precies tegen de stoeprand. Ik kon mezelf niet meer overeind houden. Het ging zo snel. Maar dat ik zelfs een dubbele breuk eraan heb overgehouden, is helemaal ellendig. Ik kan niks met die arm.’ ‘En dat net voor je vakantie.’ Opnieuw een zucht. ‘Ja, houd maar op. Het komt nooit uit, maar nu is het wel heel slecht getimed. Over twee weken zou ik naar huis Edelweiss gaan in Karinthië, samen met mijn vriendin. Je weet dat we daar vorig jaar ook vakantiewerk hebben gedaan. Dat was zo gaaf! Deze vakantie zouden we weer vier weken gaan. Ik had er megaveel zin in. Nu kan ik het wel vergeten.’ Paulien plonst met haar voeten in het water. De druppels spatten omhoog. ‘Wat beroerd voor je. En nu?’ ‘Nou niks, lekker thuiszitten.’ Het klinkt laconiek, maar Paulien hoort de frustratie in Lizes stem. ‘Gaat je vriendin nu alleen naar dat Edel... eh... dinges?’ Lize giechelt even. ‘Edelweiss. Nee, nu ik niet kan, heeft zij er ook geen zin in. Kun jij niet gaan?’ ‘Wie? Watte? Ik?’ Paulien prikt met haar vinger in haar eigen borstkas. ‘Hoe verzin je dat nou opeens?’

17 ‘Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo’n gek idee,’ gaat Lize verder. ‘Joop en Janine zullen ons missen nu wij niet komen. Zeker weten dat ze het heel fijn vinden als ze horen dat er twee andere vriendinnen naar Edelweiss komen. Je hebt een grote vriendinnengroep. Daar zit vast wel iemand bij die met je mee wil.’ ‘Nou, dat klinkt wel erg voorbarig,’ reageert Paulien verbluft. ‘Je overvalt me ermee. Je doet nu net alsof ik gelijk enthousiast ben.’ ‘Wanneer ga je op vakantie?’ ‘De eerste twee weken van augustus. We gaan naar Frankrijk.’ ‘Nou dan! Waarom zou je er nog over nadenken? Of had je nog andere plannen?’ Paulien trekt haar natte voeten op de vlonder. ‘Eigenlijk was ik op zoek naar vakantiewerk, maar ik heb nog niets naar mijn zin gevonden.’ ‘Nu wel dus!’ klinkt het triomfantelijk. ‘Maar...’ ‘Het vakantiewerk wordt je zomaar in de schoot geworpen,’ gaat Lize onverstoorbaar verder. ‘Ik app je straks de foto’s door van huis Edelweiss en de omgeving. Ik weet zeker dat je dan niet langer meer twijfelt, maar er verliefd op wordt. Op Edelweiss en op de omgeving, bedoel ik. Echt Paulien, Edelweiss is een prachtig vakantieverblijf en de natuur is daar schitterend. Edelweiss ligt op een berghelling, in Zmuln.’ ‘Nooit van gehoord.’ ‘Snap ik. Het is ook maar een klein gehucht. Liebenfels, zegt je dat wel iets?’ Paulien schudt haar hoofd. ‘Nee.’ ‘Klagenfurt?’ ‘Ook niet.’ ‘Klagenfurt kun je op de kaart vinden. Dat is een grote stad. De hoofdstad van Karinthië. Daar kun je heerlijk winkelen.’ Lizes stem begint enthousiaster te klinken. ‘Je krijgt er geen spijt van,

18 Paulien, als je in mijn plaats daarheen gaat. Joop en Janine zullen het fantastisch vinden. Dus doe je het?’ Paulien schiet in de lach. ‘Ja, hallo, krijg ik nog even de tijd om jouw nieuws te verwerken en over jouw voorstel na te denken? Bovendien wil ik toch eerst de uitslag van mijn examen afwachten.’ ‘Wanneer krijg je die?’ ‘16 juni.’ ‘O, dat komt prachtig uit.’ Lizes stem klinkt opgelucht. ‘Dat is over twee weken. Mijn vriendin en ik zouden over twee weken gaan. Als jij de uitslag hebt en je diploma, kun je gelijk gaan.’ ‘Dat diploma heb ik dan nog niet gelijk.’ ‘O nee, dat is waar. Maar dat hoeft geen probleem te zijn, toch?’ Paulien aarzelt. ‘Ik weet het niet. Ik wil er eerst over nadenken.’ ‘Niet te lang,’ waarschuwt Lize. ‘Anders hebben Joop en Janine al twee andere vakantiehulpen gevonden.’ ‘Oké, nou sterkte Lize, met je pols. Hopelijk kun je toch nog een beetje van je vakantie genieten.’ ‘Dankjewel. Ja, ik ga mijn best doen. Het is balen, maar ik laat mijn vakantie er niet door in het water vallen. Ik spreek je snel. Doei!’ ‘Doei!’ Even later komen er appjes binnen. Van Lize. Het zijn de beloofde foto’s van Edelweiss. Paulien ziet een prachtig gebouw met een zijvleugel en een bovenverdieping. De donker gebeitste balkons steken mooi af tegen de witte achtergrond. De appartementen hebben een veranda en een terras. Voor het huis is een groot grasveld met speeltoestellen, ligstoelen en picknicktafels. Ook zijn er foto’s van de achterkant en binnenkant van het gebouw. Het patroon van de rood-wit geblokte kleedjes en gordijnen komt overal terug, zelfs in de mokken en de rood met witte dekbedhoezen en handdoeken. Paulien kan niet ontkennen dat het er allemaal heel aantrekkelijk

19 uitziet. Ook de foto’s van de omgeving zijn prachtig. Het voorstel van Lize is te mooi om zomaar aan de kant te schuiven. Ze heeft voor een groot deel van haar vakantie nog geen plannen. Sterker nog, ze was juist op zoek naar vakantiewerk. En het is zoals Lize al zei: nu wordt het haar zomaar in de schoot geworpen. Waarom heeft ze eigenlijk gezegd dat ze er eerst nog over na moest denken? Natuurlijk overviel het haar, maar nu ze de foto’s ziet, verdwijnen de aarzelingen als sneeuw voor de zon. Ze zou dom zijn als ze zo’n prachtige uitdaging haar neus voorbij zou laten gaan. Dit is fantastisch werk om te doen! Maar ze gaat natuurlijk niet alleen. Wie van haar vriendinnen zal met haar mee willen? Noa leidt bijna de hele vakantie kinderkampen op de manege. Carola gaat vakantiewerk doen bij haar oom en tante op de boerderij. Nadia en Nienke hadden ook al een vakantie geboekt. En Anne? Zou Anne mee willen? Diep in gedachten loopt Paulien terug naar het terras waar haar opa en oma met haar moeder zitten. Haar vader is inmiddels gearriveerd en daar is Thijs ook al. Ze besluit eerst nog over het plan na te denken voordat ze er tegen haar ouders over begint. Maar in haar hart heeft ze al een besluit genomen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==