Bedreigd door een bom

Roland Kalkman door een bom DEN HERTOG - HOUTEN

AVI E5 © 2025 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3366 4 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

7 Proloog De jongen kijkt van zijn telefoon naar het straatnaambordje. Hij kan de naam niet uitspreken, maar volgens Google Maps moet het hier een stukje verder zijn. Met zijn telefoon in de hand stapt hij op zijn mountainbike. In de verte ziet hij een kerktoren. In dat dorpje is de winkel waar hij naar op weg is. Hij herkent een paar gebouwen van Street View. Hij had vanmorgen, voor hij van de camping vertrok, nog goed gekeken waar hij moet zijn. Daar is het, aan de rand van het dorpje. Hij herkent het bord, waar zijn hart sneller van gaat kloppen. ‘Fajerwerki,’ leest hij zachtjes voor. Weer een stap in zijn meesterplan. Wat is hij toch slim! Daar kan geen computer of kunstmatige intelligentie tegenop. Hij is net een schaker, hij denkt vijf stappen vooruit. Hij fietst de winkel voorbij. Op het dorpsplein ziet hij een café. Aan de zijkant, tegen de blinde muur, staan fietsenrekken. Daar kan hij straks zijn fiets neerzetten. Maar eerst moet hij op zoek naar een plaats waar hij zich kan vermommen. Op Street View had hij gezien dat er aan de andere kant van het dorp een busstation is, met een openbaar toilet. Daar kan hij zich misschien omkleden. Na een paar minuten fietsen vindt hij inderdaad het busstation. Hij zet zijn fiets met een ketting aan een hek vast. Zijn dure fiets is hier vast gewild en hij kan het niet hebben dat een of

8 andere Poolse zwerver er met zijn Giant vandoor gaat. Een Giant, dat is hij zelf ook, al zien zo weinig mensen dat. Maar dat gaat binnenkort veranderen! Als hij maar de tijd neemt om zijn plan uit te voeren. Aan de zijkant van het busstation ziet hij een bekend pictogram, daar moet hij zijn. Het mannetje en vrouwtje geven aan dat daar het toilet is. Hopelijk is het ruim genoeg om zich om te kleden. Op de deur zit een A4’tje. ‘Toaleta usz-kod-zo-na,’ leest hij zachtjes. Toaleta snapt hij, maar dat tweede woord kent hij niet. Hij trekt aan de deur, maar die zit op slot. Hij kijkt om zich heen. Hier kan hij dus niet tegen. Als hij iets briljants heeft uitgedacht, moeten ze hem niet zomaar tegenwerken. Hij trekt nog een keer aan de deur, maar die zit overduidelijk op slot. ‘Toaleta jest zepsuta,’ hoort hij achter zich. Geschrokken draait hij zich om. Een man in uniform kijkt hem vriendelijk aan. ‘Tam znajduje się tymczasowa toaleta.’ De man wijst naar de achterkant van het stationsgebouw. ‘Toaleta?’ probeert de jongen, terwijl hij dezelfde kant op wijst als de man. ‘Yes, toilet overthere,’ schakelt de man over naar het Engels. De jongen knikt en haast zich in de aangewezen richting. Hij hoopt maar dat de man hem snel vergeet. Hij wil op geen enkele manier een spoor van zijn aanwezigheid achterlaten in dit dorpje. Om de hoek staan mobiele toilethokjes, zoals je die ook op een bouwplaats ziet staan. Als hij de deur van het eerste hokje opendoet, komt een weeïge geur hem tegemoet. Afschuwelijk, wat stinken die dixi’s toch altijd. Als hij de deur dichttrekt, moet

9 hij bijna kokhalzen, maar hij vermant zich direct. Hij moet nu doorzetten, want het alternatief is dat hij zonder vermomming zijn inkopen gaat doen. Uit zijn rugzak haalt hij een modieus zomermutsje, dat hij op de markt aan de grens van Tsjechië heeft gekocht.Voorzichtig verstopt hij zijn lange haar onder de muts, zodat het lijkt alsof hij een kort koppie heeft. Uit de rugzak haalt hij het overhemd dat hij eergisteren in Duitsland heeft gekocht. Uit zichzelf zou hij nooit iets anders dragen dan zwart of wit, maar voor dit doel is het perfect. Eigenlijk zou hij ook van broek moeten wisselen, maar deze wc is te smerig om zijn broek uit te trekken. Hij bekijkt zichzelf via de selfiecamera van zijn telefoon. Dat valt nog niet mee. Doordat het licht door de oranje wanden van de dixi valt, lijkt hijzelf ook wel oranje te zijn. Snel verlaat hij het wc’tje. Eenmaal buiten haalt hij een paar keer diep adem. De jongen fietst terug naar het café en zet zijn fiets in een fietsenrek neer. Ook nu zet hij zijn fiets zorgvuldig vast met het hangslot. Hij slentert naar zijn bestemming: de lokale vuurwerkwinkel. Hij hoopt maar dat het niet al te druk is, want het is beter als zo min mogelijk mensen hem zien. Fajerwerki, leest hij opnieuw. Dat klinkt heel vriendelijk voor de explosieven die ze hier verkopen. Eenmaal binnen voelt hij de spanning in zijn lijf toenemen. Wekenlang heeft hij zitten broeden op dit plan en vandaag gaat hij deze grote stap zetten! In de vitrines ziet hij de verschillende soorten vuurwerk gesorteerd uitgestald liggen. Aan de ene kant van de zaak hoeft hij

10 niet te zijn. Daar liggen vuurpijlen en dozen met siervuurwerk dat in de lucht wordt geschoten. Maar rechts van hem ligt het doel van zijn reis vandaag. Zwarte kokers met gekleurde opdrukken. ‘Cobra 6, Cobra 8,’ scant hij de vitrine. En helemaal bovenin ziet hij het ultieme explosief: Cobra 20. Daar komt hij voor. Hij loopt zo nonchalant mogelijk naar de balie. De verkoper is maar een paar jaar ouder dan hij, ziet hij. Dat kan in zijn voordeel zijn. De man knikt hem vriendelijk toe en stelt hem een onverstaanbare vraag. ‘English?’ vraagt de jongen. De man haalt zijn schouders op. ‘Four Cobra Twenty,’ zegt de jongen. De man haalt opnieuw zijn schouders op en schuift hem een schrijfblok en een pen toe. 4x Cobra 20, schrijft hij op. De man bekijkt hem van top tot teen. ‘Paszport,’ zegt hij dan. Daar had de jongen niet op gerekend. Hij heeft geen zin om zijn paspoort te laten zien, want hij wil geen sporen achterlaten. Hij merkt dat hij sneller gaat ademhalen. Hoe is dit mogelijk? Hij had het van tevoren zo goed uitgezocht. Niemand schreef in de blogs dat ze zich moesten legitimeren. Zou het gaan om zijn leeftijd? Mag hij als minderjarige geen vuurwerk kopen in Polen? Maar ze zijn hier toch zo soepel? Zijn plan mag nu echt niet meer mislukken. ‘No,’ zegt hij met een schorre stem. ‘No passport...’ De man haalt opnieuw zijn schouders op. Dat gebaar begint de jongen te irriteren.Waarom doet die gast zo vervelend? ‘Nie paszport, nie Cobra dwadzieścia...’ De verkoper tikt op

11 het woordje twintig op het schrijfblok. De jongen zet een streep door zijn bestelling. Cobra 8? schrijft hij op. ‘Nie,’ antwoordt de man, terwijl hij zijn hoofd schudt. De man pakt de pen van de jongen over. Hij streept de 8 door en maakt er een 6 van. ‘Cobra sześć, dobra,’ zegt hij, terwijl hij knikt. De jongen snapt wat de man bedoelt. Hij moet genoegen nemen met Cobra 6. Die is veel minder krachtig dan de twintig, maar hij kan er wel meerdere combineren. Als hij het flitspoeder eruit haalt, kan hij zelf een Cobra 12 maken. 10x Cobra 6, schrijft hij dan op. De man schudt zijn hoofd, maar loopt toch weg. Als de jongen even later de winkel uit loopt, is hij honderd euro armer.Wel fijn dat hij in euro’s mocht betalen. En dat de doos met Cobra’s in zijn rugzak past. Nu moet hij er alleen voor zorgen dat ze niet ontploffen. Als ze afgaan terwijl hij ze op zijn rug heeft, weet hij zeker dat hij het niet kan navertellen...

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==