Het zien op Jezus

14 terwijl de zegen des Heeren daar zo duidelijk op de prediking rustte. De Heere had echter Zijn bedoeling met het vertrek van Ambrosius naar Lancashire. Hij was tijdens zijn tijd in Castleton in contact gekomen met William Russell, de graaf van Bedford, die in Woburn woonachtig was. Zij raakten op vertrouwelijke voet met elkaar en dat leidde tot wederzijds respect en wederzijdse waardering. Ambrosius was ingenomen met de manier waarop de graaf inhoud gaf aan zijn huisgodsdienstoefeningen en de graaf was onder de indruk van de godsvrucht van de nog jonge predikant. De prediking van Ambrosius nam zijn hart zo voor hem in dat hij besloot hem voor te dragen voor een belangrijke post. Zo werd Ambrosius rond 1631 benoemd tot King’s preacher in het nog grotendeels roomse Lancashire, samen met drie anderen. Dit betekende dat zij op gezag van de overheid als rondreizende predikanten de leer van de Bijbel moesten gaan verkondigen in dat gebied. Het stadje Garstang werd zijn standplaats en daar diende hij ook de plaatselijke gemeente. Graaf William heeft daarbij wel twintig jaar lang de materiële belangen van Ambrosius helpen behartigen. Dat verklaart dan ook waarom Ambrosius Het zien op Jezus heeft opgedragen aan ‘William, graaf van Bedford, heer van Russell, baron van Thornehaugh’. In Garstang trouwde hij met ene Judith en het echtpaar werd gezegend met twee zoons en een dochter. Ambrosius bouwde in deze jaren een vriendschappelijke relatie op met een andere adellijke familie, Houghton (of Hoghton) genaamd, een vooraanstaande familie gevestigd in Preston, de hoofdstad van Lancashire. Vooral de godvrezende lady Margaret Houghton ging zich beijveren voor Ambrosius’ aanstelling tot predikant in Preston. Daar is hij vanaf 1640 veertien jaar werkzaam geweest, naast zijn oorspronkelijke arbeid als rondreizend prediker. Dit waren de onrustige jaren van de burgeroorlog, de nasleep van de executie van koning Charles I in 1649 en de periode van de Commonwealth onder Oliver Cromwell. Preston was sterk koningsgezind gebleven en Ambrosius kwam daardoor in moeilijkheden, mede omdat hij zich aan de kant van de puriteinen en met name van de partij van de presbyterianen had geschaard. Hij ondertekende bijvoorbeeld ook het Solemn League and Covenant, de beroemde overeenkomst die op de Westminster Assembly was vastgesteld tussen de Schotse presbyterianen en de Engelse geestelijke en parlementaire leiders. Door deze keuze heeft hij ook een paar keer gevangengezeten, maar de invloed van zijn adellijke vrienden, zijn onbesproken godzalige levenswandel en zijn bekendheid als een ernstig prediker zorgden ervoor dat hij dan ook weer in vrijheid gesteld werd. Hoe sterk zijn reputatie was, bleek onder andere ook uit zijn aanstelling tot lid van een commissie van triers, ‘hoorders’ of ‘beoordelaars’, aangewezen door Cromwells regering. De commissieleden moesten erop toezien dat alleen waardige en betrouwbare onderwijzers en predikanten in hun ambt bleven en dat scandalous and ignorant ministers and schoolmasters, ‘schandelijk levende en onwetende predikanten en schoolmeesters’, werden afgezet. Predikantsplaatsen werden voordien nogal eens toebedeeld aan de jongere zoons van landheren, die ten geleide

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==