Het zien op Jezus

Jezus Christus is bij uitnemendheid het Onderwerp om over te spreken of te schrijven. Nadat Augustinus de werken van Cicero gelezen had, prees hij ze om hun welsprekendheid, maar hij sprak er dit oordeel over uit: ‘Zij zijn niet zoet, omdat de Naam van Jezus er niet in staat.’ En Bernardus’ uitspraak is bijna hetzelfde: ‘Als u schrijft, het smaakt mij niet tenzij ik er Jezus in lees; als u een disputatie of samenspreking houdt, het smaakt mij niet goed tenzij ik er Jezus in hoor.’ Inderdaad is alles wat wij zeggen maar smakeloos als het niet met dit zout op smaak is gebracht. ‘Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd’, zegt Paulus (1 Kor. 2:2). Vóór Paulus onder de Korinthiërs ging prediken, had hij besloten dat dit het enige punt van kennis was waarvan hij wilde stellen dat hij er bekwaamheid in had, en dat hij zich in de loop van zijn bediening wilde inspannen om hen daartoe te brengen. Dit maakte hij tot de breedte, de lengte, de diepte en de hoogte van zijn kennis. ‘Ja gewisselijk’, zegt hij, ‘ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere’ (Filipp. 3:8). Er is in deze kennis van Christus een uitnemendheid boven alle andere kennis van de gehele wereld. Er is niets wat aangenamer, troostrijker en bezielender is, of wat meer verlevendigend, innemend en zielsverzadigend is. Christus is de Som en het Middelpunt van alle Goddelijke en geopenbaarde waarheden. Wij kunnen niets prediken als het voorwerp van ons geloof, als het noodzakelijk element van de zaligheid van onze ziel, dat niet op de één of andere wijze in Christus samenkomt of naar Hem verwijst. Christus is geheel en alleen het geluk van de mens: de Zon om hem te verlichten, de Arts om hem te genezen, de vurige Muur om hem te beschermen, de Vriend om hem te vertroosten, de Parel om hem rijk te maken, de Ark om hem te dragen, de Rots om hem staande te houden onder de zwaarste druk. ‘En die Man zal zijn als een verberging tegen den wind en een schuilplaats tegen den vloed; als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land’ BOEK 1 Het zien op Jezus Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus… Hebreeën 12:2 Hoofdstuk 1 De voorrede, verdeling en uitleg van de woorden

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==