12 werden of de covenanters in Schotland. Ook werd deze psalm vaak gezongen in de tijd van de Afscheiding in ons land. Als de vijanden de Kerk, Gods kinderen, benauwden, dan werd deze psalm toch gezongen. En ze bléven die psalm ook vaak zingen: ‘De Heer’ zal opstaan tot den strijd.’ Als het geloof in oefening was, dan waren ze ervan overtuigd met de dichter, met David, dat de Heere zou zorgen: De Heer’ zal opstaan tot den strijd; Hij zal Zijn haters, wijd en zijd, Verjaagd, verstrooid doen zuchten. (Ps. 68:1) Altijd zijn er vijanden van de Kerk geweest en zullen er vijanden haar benauwen. Het gaat de duivel en de hel altijd om de ondergang van Gods Kerk. Maar Gód zal opstaan, te midden van alle strijd en moedeloosheid, bezet met allerlei raadsels en vragen, waar we geen raad mee weten. God zal opstaan voor Zijn kinderen in deze strijd. God de Vader is al opgestaan in de stilte van de eeuwigheid, toen Hij zag dat de mens Hem naar kroon en troon zou staan, door de verleiding van de duivel. Toen is God al opgestaan, en Hij heeft naar Zijn welbehagen al een plan uitgedacht om afvallige, verloren zondaren, die Hem de rug en de nek toekeerden, terug te brengen in Zijn gemeenschap. Daarvoor wilde de Zoon toen ook opstaan en heeft Zichzelf gegeven, naar de wil en naar het welbehagen van de Vader. Daarvoor moest Hij Mens worden en de ontzaglijke weg gaan van kribbe tot kruis, ja, tot in de dood van het kruis. Maar de dood kon Hem niet houden, want Hij is opgestaan, opdat het welbehagen van de
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==