18 zak had. Maar de Heere gaf het. Soms moest hij ook roepen: ‘Waak op, o God! Heere, wil toch wakker worden over mij. Ziet U mijn ellende, ziet U mijn nood dan niet? Ziet U dan de nood van het volk niet?’ Maar hier is David vol van geloofsvertrouwen. De Wachter Israëls zal niet sluimeren en niet slapen. David weet het uit ervaring: de Heere hoeft maar op te staan, mij nabij te komen en met en voor mij uit te gaan... en er blijft niets van de vijanden over. Jongens en meisjes, jullie kennen die momenten wel in het leven van David. Wat heeft de Heere op een bijzondere manier voor David gezorgd. Denk eens aan het moment toen hij in het leger kwam bij zijn broers. Daar zag hij in het kamp van de Filistijnen een ontzaglijke reus, een man van zo’n drie meter lang. Een grote soldaat die de God van Israël vloekte en hoonde. Toen ontbrandde in hem als het ware een vuur van verontwaardiging, omdat deze man de levende God bespotte. Maar de Heere stond op. En dan kun je als eenvoudige jongen, die helemaal geen soldaat is en niet met een zwaard en een schild kan vechten, tóch overwinnen. Want met de Heere ‘zijn wij meer dan overwinnaars’ (Rom. 8:37). Wij hebben een levende God. En de Zoon van God is ook de levende Zoon van God. Als God opstaat in de strijd en als Christus in de strijd voor ons uitgaat, zullen wij over de vijanden triomferen. Dat is de overtuiging van Gods volk, alle eeuwen door. Maar wat kan er veel strijd zijn! Tussen personen, tussen man en vrouw in een huwelijk, of in gezinnen: ouders met kinderen, of in de familiekring. Soms ook in de kerk. Het is allemaal ontzettend verdrietig. Vooral als dat onder ons is, terwijl dat onder ons niet zou moeten zijn. Het is hoogmoed, het rechtvaardigheidsgevoel dat gekrenkt is en waarvoor je gaat strijden. Wat zijn
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==